De grootoorvleermuis. Foto: Erik Korsten
De grootoorvleermuis. Foto: Erik Korsten

Biodiversiteit in Berkelland

Algemeen

BERKELLAND - In de zomerweken besteedt Achterhoek Nieuws aandacht aan bijzondere flora en fauna in Berkelland. Berkelland is een rijke gemeenten als het gaat om biodiversiteit met zo'n 1160 verschillende dieren en planten. Maar om dit in stand te houden, is desalniettemin een omdenken nodig met betrekking tot omgang met de natuur. Gelukkig ontstaat een toenemend besef bij bezitters, gebruikers en beheerders van de natuur en het landschap om ons heen dat natuur en wonen, werken en recreëren prima samen kunnen gaan. Het beste bewijs daarvoor vormen de dieren en planten zelf. De beloning voor goed natuurbeheer is hun verschijning, maar ze zijn karig met cadeautjes.

Door Rob Weeber

In deze aflevering staat de gewone of bruine grootoorvleermuis (Plecotus auritus) centraal, een, net zoals zijn soortgenoten, Europees beschermde diersoort. Een belangrijk onderscheidend kenmerk ten opzichte van andere vleermuissoorten is, zoals de naam al aangeeft, de oren. Deze zijn naar verhouding extreem groot en meten zo'n 4 cm. Ter vergelijking, de totale lichaamslengte meet 4 – 6 cm. Ook de ogen van het dier zijn groot, waarmee hij relatief goed kan zien. Als het echter pikkedonker is, dan navigeert hij hoofdzakelijk via echolocatie. Hij stoot dan een hoogfrequent geluid uit en vangt de echo van het weerkaatste signaal met het oor op. Omdat de prooi vaak een bewegend object is, zendt hij korte, snelle pulsen uit. De sonar van de grootoorvleermuis wordt ook wel fluistersonar genoemd. Dat heeft te maken met zijn prooi. Nachtvlinders bijvoorbeeld zijn in staat om de sonarsignalen op te vangen. Zodra zij onraad horen, laten ze zich van de vegetatie op de grond vallen en zijn dan lastiger te traceren voor de vleermuis. Grootoorvleermuizen zijn als een van de weinige vleermuissoort in staat om zowel prooien uit de lucht te happen, als vanaf vegetatie of de grond te pakken. Door zijn brede vleugels kan hij kortstondig bidden zoals een torenvalk en zo een stilzittende prooi bemachtigen.

De gewone grootoorvleermuis heeft een voorkeur voor een kleinschalig landschap, een combinatie van bos, beek en boerderij. Hij jaagt in het donker tussen 1 uur na zonsondergang tot 1 uur voor zonsopgang langs de bosranden, maar verblijft overdag het liefst in oude schuren, zolders, stallen en holten in bomen. De intensivering van de landbouw en de teruggang van het kleinschalige landschap in de Achterhoek maakt dat zijn leefgebied wordt bedreigt. Ook het vervangen van oude schuren en stallen door moderne varianten, het verdwijnen van mesthopen, functieverandering van kerkgebouwen en de toename van infrastructuur die het leefgebied doorsnijdt, zoals de bouw van de nieuwe N18, zijn een bedreiging voor de soort. De grootoorvleermuis komt weliswaar in geheel ons land voor, maar het zijn per locatie slechts kleine oppervlakten die bevolkt worden. In Berkelland zijn ze vooral rondom Eibergen aangetroffen. Ter compensatie van de nadelige gevolgen van de N18 voor de soort zijn er speciale bouwsels neergezet die tot verblijfplaats dienen. Zo is een oude mestkelder omgebouwd tot vleermuishonk. Als ingang dient een klein huisje met dakpannen en spouwmuren, waar ze vooral 's zomers verblijven. 's Winters verblijven ze in de daaronder gelegen 45 m lange oude mestkelder waar de temperatuur nooit onder het vriespunt komt. Verder is er een poel aangelegd die de aanwezigheid van insecten garandeert.

Er doen veel verhalen over vleermuizen de rondte. Zo zouden ze vee aanvallen en rabiës veroorzaken. In werkelijk leven er in Nederland geen bloedzuigende soorten die het vee bijten. Hier zijn alleen nuttige insecteneters voorhanden die zelfs een beschermende werking naar gewassen hebben. Ze eten namelijk nachtvlinders die schadelijke eitjes op het gewas afzetten. Verder eten ze grote prooien als meikevers.

Het artikel kwam tot stand met medewerking van ecoloog Jarno Beijk van NatuurInclusief.


Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant