De Grutto. Foto: Albert Beintema
De Grutto. Foto: Albert Beintema

Biodiversiteit in Berkelland: de grutto

Algemeen

BERKELLAND - In de zomerweken besteedt Achterhoek Nieuws aandacht aan bijzondere flora en fauna in Berkelland. Berkelland is een rijke gemeenten als het gaat om biodiversiteit met zo'n 1160 verschillende dieren en planten. Maar om dit in stand te houden, is desalniettemin een omdenken nodig met betrekking tot omgang met de natuur. Gelukkig ontstaat een toenemend besef bij bezitters, gebruikers en beheerders van de natuur en het landschap om ons heen dat natuur en wonen, werken en recreëren prima samen kunnen gaan. Het beste bewijs daarvoor vormen de dieren en planten zelf. De beloning voor goed natuurbeheer is hun verschijning, maar ze zijn karig met cadeautjes.

Door Rob Weeber

Deze week staat de Grutto (Limosa limosa) centraal. Voor zijn eind 2016 verschenen boek 'De Grutto' kreeg Albert Beintema uit Borculo de Jan Wolkers Prijs. Centraal in het boek staat de boodschap dat de Grutto weliswaar belangrijk is voor de natuur en het cultureel erfgoed, maar dat desondanks door de verandering in het agrarisch landschap in de afgelopen veertig jaar tweederde van het Gruttobestand is verdwenen. Het behoud van deze beschermde weidevogel ligt bij de mens zelf. De situatie in Berkelland is al niet beter dan die van het landelijke beeld. Er zwermt nog een handjevol Grutto's in de buurt van Beltrum/Eibergen, de schatting ligt op zo'n twaalf paren. Hoewel er hard wordt gewerkt aan het in stand houden van de soort, is het volgens Beintema maar de vraag of dit gaat lukken. Verhalen als de invloed van de vos verwijst hij naar het rijk der fabelen. De grote boosdoener uiteindelijk is de wijze waarop de landbouw wordt beoefend. Schaalvergroting, eenzijdige bemesting en intensief maaibeleid zijn de belangrijkste oorzaken voor de teruggang in aantal weidevogels. Bijzonder, als je bedenkt dat de weidevogel er dankzij de boer is gekomen, dankzij de aanleg van diezelfde weides. Natuurlijk ziet hij ook positieve ontwikkelingen, gericht op het behoud en de terugkeer van de soort, maar de vraag is of de Achterhoek daar het geschikte landschap voor heeft. Feitelijk is het landschap hier te kleinschalig. Een grotere kans op overleving van de soort ligt in noordwest Friesland en in het waterrijke gebied in Noord-Holland.

Beintema wil geenszins enige vorm van kruistocht tegen de boeren voeren, maar hij wijst wel op een collectief gedrag van boeren en overheid die de huidige wijze van landbouwbeoefening in stand houdt. "Het begon met de jaren na de oorlog, waarin de doelstelling was dat de voedselprijzen laag moesten blijven. De stijging van het kostprijsniveau echter voedde de trend naar intensivering. mechanisering en schaalvergroting van het boerenbedrijf. In de jaren 70 werden er vanuit de relatienota beheersovereenkomsten gesloten. Aantallen weidevogels werden ingeschat en de boeren werden gecompenseerd om 'om iets na te laten' en niet 'om iets te doen'. Gesproken werd toen over 100.000 paar Kieviten, eenzelfde aantal Grutto's en 20.000 paar Tureluurs. Op dit moment is de schatting dat Nederland nog maar zo'n 30.000 paar Grutto's telt. Deze vorm van beheersovereenkomst tussen landbouw en natuur werd dus bijgesteld, onder meer omdat de boeren destijds in opstand kwamen. Zij voelden zich tot 'museumboeren met pet op' weggezet. Ook de bestaande nationale en EU-landbouwsubsidies houden het huidige beleid in stand en recent verdween het melkquotum met alle gevolgen van dien. Uiteindelijk dient er een ander bemestingsbeleid te komen, waardoor de diversiteit van het voedselaanbod voor de Grutto weer toeneemt. De volwassen dieren eten vooral wormen, maar de jongen eten insecten en juist deze komen minder voor. Ook het 'monopolie' van het Engelse raaigras is een slechte voedingsbodem en het te vroeg maaien ervan verhindert bovendien het grootbrengen van de jongen. De Grutto houdt immers van wat langer gras."
Wie geïnteresseerd is in het boek van Albert Beintema kan het bestellen bij Uitgeverij Atlas Contact onder ISBN 9789045029443.
Dit artikel kwam mede tot stand door de inbreng van Albert Beintema uit Borculo. Hij studeerde biologie in Groningen en bestudeerde weide-, water- en moerasvogels in Nederland en Afrika.

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant