Gedicht Herzelfing van Gerrit Achterberg onthuld

NEEDE - De VVV Neede bestond afgelopen woensdag 16 augustus op de kop af 100 jaar. Hoewel de feestelijkheden pas in september van start gaan, werd er woensdagavond door burgemeester Joost van Oostrum een plaquette onthuld met daarop het gedicht Herzelfing van Gerrit Achterberg. Het gedicht is een geschenk van de VVV met al haar vrijwilligers aan het dorp en sluit aan bij de al bestaande Gerrit Achterbergroute.

Door Rob Weeber

Voorzitter Mans Koster stond kort stil bij de historie en de oprichting van de VVV. Het gebeurde in de Herensociëteit van het toenmalige hotel Wullink op de hoek Wilhelminastraat/Nieuwstraat, waar onder meer burgemeester De Graaf en dorpsarts Planten besloten tot oprichting van een stichting ter bevordering van het vreemdelingenverkeer. Fabrikant Ter Weeme kon er niet bij zijn, maar liet volgens de annalen weten sympathiek te staan tegenover het initiatief. Burgemeester Van Oostrum memoreerde de uitnodiging van Mans Koster vlak na zijn benoeming in Neede om de Gerrit Achterbergroute te fietsen. Hij kende de naam Achterberg wel, maar die sloeg op het dorpje Achterberg, gelegen achter de Grebbenberg. Inmiddels weet hij beter en hij wenste dat de naam Achterberg in eenzelfde maalstroom kwam als Mondriaan voor Winterswijk en More voor Ruurlo. Het zou een mooie impuls voor het toerisme in Neede en Berkelland zijn.
Gerrit Achterberg, ook wel bekend als de man die zijn hospita vermoordde, werd geboren in Neerlangbroek. Hij kreeg in Opheusden zijn aanstelling als onderwijzer in 1924, maar kon slecht aarden in het streng hervormde dorp. Hij stond bekend als een eenzame man die moeite had zichzelf aan te passen. In 1943 kwam hij in de gezinsverpleging in Eibergen wonen en in 1945 verhuisde hij naar Neede, waar hij onder meer in de villa Mariahoeve aan de Schurinkweg woonde. Op zijn fietstochten door het dorpscentrum zag hij zichzelf weerspiegeld in de etalageruiten van de Oudestraat, wat hem aanzette tot het onthulde gedicht Herzelfing. De eerste zin is dan ook letterlijk: "Ik zie mij in de winkelruiten gaan."
Het gedicht is op een aluminium plaquette van 2 x 1 meter aangebracht en hangt aan de buitenmuur van de Oudestraat nummer 40.