Afbeelding

Uut 't Wald | Ekelenkraefte

Algemeen

Ekelenkraefte

De weg die ik als kind dagelijks aflegde om op school te komen (wij werden nog niet gebracht en opgehaald) leidde deels langs het oude kerkhof. Die begraafplaats werd omzoomd door een hoge, dichte heg. Wat voor heg het was weet ik niet, maar in ieder geval vormde hij een goede habitat voor meikevers. Als ik er rond deze tijd langs liep ving ik die kevers en stopte ze in een glazen jampotje. Met een paar gaatjes in het deksel, zodat ze niet zouden stikken. Tegenwoordig zou je je kinderen deze vorm van veehouderij verbieden, maar in mijn jeugd was dierenwelzijn nog geen item.
Ik noemde mijn 'huisdieren' gewoon meikevers, want bij ons thuis spraken we geen dialect. Zouden we dat wel hebben gedaan, dan had ik die beestjes in dat jampotje waarschijnlijk ekelenkraefte genoemd, want dat is in de Achterhoek (en een deel van Twente) de meest gangbare benaming voor meikevers. Maar er zijn nog tal van andere namen voor deze kever, die je vooral in mei en juni ziet. Rond Eibergen en Groenlo werd hij meiworm genoemd, maar als je het over een ekkelworm had wist men daar ook wel wat je bedoelde. In Gelselaar en Laren werd het diertje ekeltokse genoemd (in Ruurlo ekelentokse) en in Neede meikitse.
Overigens bestaan er verschillende soorten meikevers, die vooral qua kleur van elkaar verschillen. Die kleur was soms weer bepalend voor de benaming. Een glanzend bruine meikever werd in de Achterhoek öllieslager genoemd, een diep zwarte heette kapläöntjen (kapelaantje). Althans in het overwegend katholieke Beltrum en Groenlo. In het protestantse Hengelo heette datzelfde beestje domeneer (dominee).

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant