Afbeelding

Project Avinkstuw

Algemeen

Aan het college van burgemeester en wethouders en de raadsleden van de Gemeente Berkelland.

Met deze brief willen wij reageren op het initiatief van de Coöp. BAWE, voor de bouw van 5 grote windturbines (project Avinkstuw). In juni zijn er een drietal informatieavonden door de initiatiefnemers georganiseerd, die door enkele van onze bestuursleden zijn bezocht. Wij waren zeer verbaasd, dat de windturbines gepland zijn in het beekdal van de Berkel en de Bolsbeek, op een in onze ogen te kleine afstand van de kernen Neede, Haarlo en Noordijk. De Gemeenschapsraad wil door het nemen van initiatieven en het ondersteunen van activiteiten, bevorderen dat Neede een leefbaar, vitaal en dynamisch dorp is en blijft voor jong en oud. Een dorp, waar wij prettig kunnen samenwonen en leven met goede voorzieningen. Wij kunnen dan ook niet anders dan reageren op dit initiatief tot plaatsing van grote windturbines.

Het ruimtelijke ordeningsaspect: bij de plaatsing van windturbines hebben rijk, regio en gemeente gekozen voor de uitnodigingsvariant. Dit leidt ertoe, dat de gemeente in zijn RODE-beleid grote windturbines toestaat als initiatiefnemers de bewoners informeren en participatie gunnen. Dat de regio Achterhoek de plaatsing ervan goedkeurt als de gemeente het initiatief aandraagt en dat het rijk de verspreiding van (hele) grote windturbines over Nederland goedkeurt, als de regio’s hun energiedoelstelling halen. Alle overheden achten het landschap daarbij zeer belangrijk, maar de opgebouwde beslisstructuur laat geen enkele ruimte voor een zorgvuldige inpassing en spreiding. Kennelijk dicht men de initiatiefnemers de wijsheid toe om een goede inpassing in het landschap te verzorgen. Dit in afwijking van de gebruikelijke gang van zaken in de Ruimtelijke Ordening: de overheid stelt randvoorwaarden aan ruimtelijke ingrepen met het oog op de gevolgen voor omgeving en omwonenden. Het bij windturbines loslaten van die rol leidt overal in het land inmiddels tot onoverbrugbare meningsverschillen met omwonenden. Het dwingt die burgers tot het innemen van een standpunt, zonder dat zij landschapsdeskundigen genoemd kunnen worden.

Ten aanzien van de juridische gang van zaken: de gemeenteraad heeft zijn bevoegdheid gedelegeerd aan B&W via het RODE-beleid. Het college kan dus zomaar besluiten, dat de participatie van de omwonenden voldoende was. De initiatiefnemers kunnen dan afdwingen, dat er een omgevingsvergunning wordt verstrekt. Dit kan (en is nu al voorspelbaar: zal) tot een procedure t/m de Raad van State leiden. Dit hoge college van Staat zal niets anders kunnen, dan nagaan of er aan de (niet gestelde) randvoorwaarden is voldaan en de vordering tot verlenen van de omgevingsvergunning moeten toewijzen. De RvS is echter hierin niet het hoogste orgaan. Dat is namelijk het Hof van Justitie van de Europese Unie.
Ja, het is een urgente zaak, ja, we hebben die, ondanks aandringen van verschillende partijen (Urgenda), te lang laten versloffen en nee, we hebben niet veel tijd meer (30 jaar tot 2050).Daarnaast heeft het bestuur van onze gemeente een ambitie vastgelegd, die bij nader inzien wellicht niet haalbaar is: energieneutraal in 2030. Dat veroorzaakt een tijdklem, die de zorgvuldigheid van de te volgen procedures onder druk zet. Onder de dreiging van: als we het zelf niet oplossen zal er een aanwijzing komen (van de provincie, van het rijk), moeten er met stoom en kokend water plotseling besluiten worden genomen, zonder de tijd te kunnen nemen om een zorgvuldig afwegingsproces te maken. Die tijd is er echter wel. We mogen ons niet laten verleiden tot snelle maar slechte, schadelijke oplossingen.

Ten aanzien van (rand)voorwaarden: de belangrijkste voorwaarde om te komen tot een goede uitvoering van energieplannen is draagvlak. Draagvlak creëer je door goede communicatie. Door het betrekken van bewoners vanaf het begin. Door het mee laten denken en daadwerkelijke invloed laten uitoefenen in de plannen. En door een goede participatie in het project/deelnemer maken. Om goed mee te kunnen praten moeten er goede duidelijke kaders zijn ten aanzien van de participatie én ten aanzien van de randvoorwaarden waaraan, in dit geval, windturbines moeten voldoen.
Vast staat, dat geluidsoverlast (niet alleen vlieg-, verkeers-, spoor-, maar ook windturbinelawaai) tot (ernstige) gezondheidsklachten kan leiden bij omwonenden. De gemeente kan uit hoofde van zijn beschermende opstelling jegens zijn burgers ook maximale piekwaarden voor het geluid vaststellen, die lager liggen dan de algemene waarden van de overheid. De nu vigerende geluidsgrenzen zijn zodanig vastgesteld, dat toch nog 9% van de omwonenden van een windturbine ernstige overlast ‘mag’ ondervinden. Wij vinden, dat uit het oogpunt van een betrouwbare overheid de burger erop mag vertrouwen, dat diezelfde overheid hem/haar beschermt tegen omstandigheden, die de gezondheid bedreigen.
Wij zijn niet tegen windmolens. Ze moeten echter wel voldoen aan strikte, door onze bestuurders in samenspraak met de gemeenteraad/provinciale staten en daartoe aangestelde deskundige colleges van advies, opgestelde randvoorwaarden. Als dat zou betekenen, dat initiatiefnemers afhaken, omdat er geen optimaal rendement op hun investering kan worden behaald, dan moet ons bestuur bepleiten bij de rijksoverheid, dat de onrendabele top wordt gesubsidieerd. Het gaat niet aan, dat ons landschap en zijn bewoners worden geslachtofferd ten koste van energieopbrengst tegen de laagst mogelijke kosten en maximale winsten van initiatiefnemers. Het gaat om de transitie naar een vermindering van CO2-uitstoot, met aandacht voor het welbevinden van de bewoners.

Andere aspecten: ook de volgende aspecten vragen aandacht bij de beoordeling van de plannen voor de windturbines: zorgvuldigheid van de procedures en aandacht voor de jurisprudentie die zich daarover op dit moment ontwikkelt; gevolgen voor flora en fauna; gevolgen voor de gezondheid van omwonenden (geluidhinder, lichthinder); gevolgen voor eventuele uitbreiding van Neede; transportproblemen bij de bouw.

Wij zijn van mening, dat door het uitvoeren van dit initiatief het woongenot van de inwoners van Neede, Haarlo en Noordijk zeer ernstig wordt beperkt. De Gemeenschapsraad is niet tegen het opwekken van duurzame energie, maar wel tegen de bouw van deze, in onze ogen, veel te grote windturbines. De gemeente Berkelland moet haar inwoners beter informeren en meer bewust maken van de noodzaak om energie te besparen. Welke maatregelen kunnen zij nemen, om hun energieverbruik te verlagen. Het gemeentebestuur dient ter bescherming van (de gezondheid van) zijn bewoners gebruik te maken van zijn bevoegdheid vooraf aanvullende randvoorwaarden te stellen bovenop de nationale regelgeving met betrekking tot: de maximale tiphoogte van een windturbine/windpark voor een goede inpassing in ons coulissen landschap, in samenspraak met de daartoe deskundig geachte organen; de maximale geluidsbelasting Lmax van 35 dB(A) op de gevel van omliggende woningen. Geen gemiddelde, maar een toetsbaar (en dus handhaafbaar) maximum; een minimale afstand tot omliggende gebouwen (niet alleen woningen, maar ook bedrijfsgebouwen) vast te leggen, in verband met de optredende lichthinder (slagschaduw). Afhankelijk van de hoogte van de windturbines te bevorderen, dat een (aantoonbare, geverifieerde) onrendabele top wordt vergoed, omwille van de energietransitie en het verminderen van de CO2-uitstoot; de energieopbrengst van toekomstige zonneparken en eventuele windturbines moet ten goede komen aan de eigen inwoners.
Het gemeentebestuur kan dan conform daarvoor vigerende dwingendrechtelijke Europese regelgeving de participatie van zijn burgers waarborgen.


Met een vriendelijke groet
namens Gemeenschapsraad Neede
Inus Westhoff, voorzitter

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant