Carla Klein Breteler vlak voor aanvang van haar vierde dienst. Foto: eigen foto

Carla Klein Breteler vlak voor aanvang van haar vierde dienst. Foto: eigen foto

Carla Klein Breteler voor noodopvang Covid-19 op Aruba

Algemeen

'Mensen overlijden letterlijk onder je handen'

Door Henri Walterbos

BELTRUM/WINTERSWIJK - Ze maakt deel uit van het hechte team IC-medewerkers in het Streekziekenhuis Koningin Beatrix in Winterswijk dat inmiddels al ruim een jaar veel voor de kiezen krijgt sinds Covid-19 in Nederland zijn intrede deed. Maar Covid-19 is niet alleen een Nederlands probleem. Medewerkers van het SKB kijken verder dan het eigen ziekenhuis. SKB4Gambia is hier een voorbeeld van. Maakte Carla Klein Breteler al meerdere missies naar het Afrikaanse land mee, de maand april is ze in het Dr. Horacio E. Oduber Hospital ziekenhuis (HOH) in Aruba ‘gestationeerd’ voor noodopvang voor Covid-19 patiënten.

Eerste indrukken
Woensdag 31 maart vertrok ze vanaf Schiphol in een bomvol vliegtuig naar Aruba, ‘alsof corona niet bestaat,’ aldus Carla, en eerste paasdag 4 april doet ze net na de middag haar verhaal vanaf het ook volle strand. Haar eerste vrije dag. Het is zes uur vroeger dan in Nederland. Na drie dagen werken heeft ze al een goede indruk van de situatie. “Het HOH ziekenhuis is het enige op Aruba, maar wel het grootste - met die van Curaçao - van de ABC-eilanden bij elkaar. Coronapatiënten van Bonaire en Curaçao worden dagelijks overgevlogen met een air-ambulance omdat de ziekenhuizen daar al helemaal vol liggen. Van vertrek daar tot binnenkomst hier zit anderhalf uur, waaronder een vlucht van een uur. Dat gaat best wel snel. Er wordt steeds maar gebeld of er nog bedden zijn. Het ligt hier echt vol met coronapatiënten. Knettervol. Het is erg wennen. Ik ben na aankomst direct begonnen. De IC-afdeling heeft enorm veel indruk op me gemaakt; tijdens de rondleiding direct al. Het is wel anders werken. Ik heb gisteren een patiënt alleen gedaan. Heel intensief. De dag ervoor heb ik met nog een Nederlandse verpleegkundige uit Utrecht twee patiënten gedaan, waarvan iemand die ontzettend ziek was en later overleed. Ik denk dat ik de komende dagen helemaal losgelaten wordt en er dan een of twee alleen moet doen. Het is echt sjouwen, en vergelijkbaar met de piekdrukte in het SKB. We hebben hier ook buddy’s die helpen."

Opgeschaald
Carla bevestigt de berichtgeving dat de situatie op de Nederlandse overzeese gebiedsdelen ‘dramatisch’ is. “Het is heel heftig hier. We hebben hier net opgeschaald naar 22 bedden, waarvan er nu 18 bezet zijn. Als de 19 bereikt wordt, zoals verwacht, dan worden de 4 cardiologiebedden die nog leeg zijn, verplaatst naar een andere afdeling en wordt de gehele IC-afdeling alleen maar corona.” Carla ziet overeenkomsten met haar werk in het SKB maar ook verschillen. “Het is een totaal ander ziekenhuis dan wat ik gewend ben in het SKB, waar we het enorm goed voor elkaar hebben in vergelijking met Aruba. Hoewel het me niet tegenvalt hoor. Hier hebben we andere machines, andere medicatieoplossing. Je moet enorm opletten wat je doet. Wat je normaal gesproken op routine doet, daar moet je nu overal goed over nadenken. Het is best wel inspannend die eerste dagen.”

Wens
Met haar tijdelijke plaatsing op Aruba gaat een wens in vervulling voor de Beltrumse. “Ik wilde al heel lang een keer zoiets en heb me ingeschreven bij een aantal bureaus die de uitzendingen van mensen organiseren. Men ziet het liefst dat je minstens twee maanden komt, maar dat is voor mij niet haalbaar. Ik had de mazzel dat ik begin van het jaar al heel veel uren had gemaakt op de IC in het SKB, nu meer vrij was, en ik kreeg al snel de oproep of ik een spoedwaarneming voor de maand april wilde doen op Aruba. Ik had in februari een rechtstreekse sollicitatie naar het ziekenhuis op Aruba geschreven. In overleg met mijn collega’s, die mijn diensten overgenomen hebben, die gepland stonden voor april, en het SKB, heb ik het kunnen regelen. Niemand neemt uren op dus het viel mee om het te regelen. En uiteraard in overleg met het thuisfront,” lacht Carla. “Het is eigenlijk een beetje een sprong in het diepe,” gaat de bevlogen verpleegkundige verder. “Ik heb me aangemeld, heb enorm veel papieren in moeten vullen en had een sollicitatiegesprek via skype. Goed voorbereiden op het werk daar kon niet, het enige wat wel belangrijk was dat ik een negatieve PCR-test moest kunnen laten zien die niet ouder dan 72 uur mocht zijn. Alles wordt vergoed, maar je moet wel zelf alles regelen. Ik heb iemand op social media opgezocht die hier vaker is geweest. Daar heb ik veel steun aan gehad.”

Personeelstekort
De nood is hoog, het personeelstekort ook. “Er worden nog steeds oproepen gedaan om Nederlanders te verzoeken deze kant op te komen ter ondersteuning, maar je hebt hier ook Amerikanen, Engelsen, Spaanstaligen. Een ratjetoe van talen. De taal is soms wel lastig. Niet iedereen spreekt goed Engels, of mensen kunnen alleen maar Spaans. Bij medisch Engels moet ik echt goed luisteren. Ik werk veel samen met een hele lieve arts, precies hetzelfde type als anesthesie-arts Ria in het SKB, dus dat klikt wel.” Ze heeft het inmiddels goed naar de zin. Een studio om in te wonen waar niets aan ontbreekt, een auto om zich te verplaatsen, maar vooraf wel de nodige kriebels, bekent ze. “De eerste paar dagen had ik wel buikpijn om ernaartoe te gaan. Ik vond het hartstikke spannend, maar ik heb ook al ontzettend gelachen hier. Ik heb al wel een beetje mijn plekje gevonden hier, kan al een beetje meepraten. Ik heb er nog geen spijt van.”

Heftig
De patiënten zijn volgens Carla van de jongere categorie (50-65 jaar). “Over het algemeen wel de wat dikkere dames en heren, en meer vrouwen als in Nederland. Er liggen veel mensen op de buik. Het zijn kleine kamertjes. Klein en bekrompen, je moet overal overheen stappen, er is geen water op de kamer, maar op zich is het best wel redelijk hoor. Ik mag niet klagen als ik het vergelijk met Gambia, maar niet zo luxe als ik gewend ben in Nederland. Het is improviseren. Beschermingsmiddelen zijn er voldoende, maar ze hebben al wel gewaarschuwd dat de voorraad terugloopt omdat de aanvoer het niet aan kan. We hebben ook al de instructie gekregen om infuussystemen en dergelijke tot maximaal vier dagen te gebruiken, wat je normaal gesproken vaker verwisselt. Nu moet je goed spoelen en het laten hangen. Dus zuinig aan. Ik heb wel een masker, een schort, handschoenen. En het voordeel is: ik ben zelf al twee keer gevaccineerd. Het is absoluut heftig wat ik meemaak. Vergelijkbaar met onze eerste golf. Mensen overlijden letterlijk onder je handen. Sommige intensivisten gaan ver en proberen ze echt tot het laatst toe te behandelen. In mijn drie diensten zijn er al drie overleden. Het is gewoon anders hier. Mensen die overlijden worden direct in een lijkzak gelegd en direct door de begrafenisondernemer meegenomen en niet eerst naar het mortuarium. De emoties zijn heftig hier. Geen videobellen tussen patiënt en familie, wat wij in SKB wel hebben. Slechts één dag per week mag er één bezoeker komen. Steeds dezelfde persoon. Een half uur maximaal. Mensen overlijden veelal in eenzaamheid. Daar ga je dan maar bij staan. Ze zullen het misschien niet merken. Eén keer was er familie bij. Dat was bij een bediening (laatste sacrament der zieken, HW). Een uur later overleed de patiënt. Ik heb nog zo lang mogelijk de medicijnen aangelaten om de patiënt in leven te houden, zodat de familie er nog op tijd bij kon zijn. Dat zijn heftige dingen.”

Wat ze meemaakt kan ze goed verwerken. “Ik kan het wel van me afzetten. Dat moet ook wel. Het voordeel is dat ik de mensen niet zo goed ken. Het is misschien iets afstandelijker, omdat je ook geen telefonisch contact hebt met de familie wat ik in Winterswijk wel had. Hier doet de arts dat allemaal.”

Blog
Op 1 mei vliegt Carla terug naar Nederland. Op verzoek van haar collega’s in het SKB houdt ze een blog bij.


aruba2021.blogspot.com

Carla Klein Breteler staand voor het HOH Ziekenhuis Aruba. Foto: eigen foto

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant