Afbeelding

Onlandse tijdingen | Doos bij Doesburg

Opinie

Op een grijze zondagmiddag naar Doesburg gereden om gevels te kijken.

‘Gevelkijkers’ - zo zag ik toeristen in de kleine Hanzestad aangeduid. 

Ik kwam de term tegen in het felle debat over het gevaar van de ‘verdozing’: een paar bedrijven willen hun terminal aan de IJssel uitbreiden en ophogen - een voornemen dat volgens Doesburgse tegenstanders ten koste gaat van het historische stadsgezicht. 

Maar goed, ik ben maar een gevelkijker en zag de protestaffiches achter de ramen van diverse huizen, met name die aan de Koepoortstraat, die straat die zo voornaam vanaf de IJsselzijde direct de oude binnenstad in voert. 

Ter oriëntatie wild om heen gekeken, waar in vredesnaam die opgehoogde doos zou kunnen verrijzen, en me na een beetje studie gerealiseerd dat het om een al bestaande doos ging op het bedrijventerrein, even buiten de oude stad. 

22 meter hoog moet die nieuwe opslag worden, een ophoging waarover de gemeenteraad zich nog moet uitspreken - er zijn ook voorstanders, die denken aan de werkgelegenheid.

Ik liet het op me inwerken, en keek nog eens rond in de oude Hanzestad.

Van Hanzesteden kun je zeggen dat ze gekenmerkt werden door een haven, een verbinding aan open water of waterwegen; zo lag historisch Doesburg zelfs aan twee waterwegen, aan de Oude en aan de Gelderse IJssel. De handelsvoorspoed die dat bracht heeft niet heel lang geduurd, las ik. De rivieren verzandden. In 1552 besloot men de IJssel te verleggen, maar dat mocht niet baten. 

Het lijkt erop dat de stad haar verbinding met de rivier verloor, en ik zag hem ook niet, die verbinding - althans niet de verbinding vanuit de oude binnenstad, zoals in Zutphen. Misschien heeft er lange tijd wel zicht bestaan op het water, maar na naoorlogse stadsuitbreidingen is dat oude zicht verdwenen en heeft plaatsgemaakt voor iets nieuws: aan de Oude IJsselzijde heeft een Italiaanse architect een nieuw stadskwartier geschapen met referenties aan grachtenhuizen; aan de IJsselzijde, ten noorden van de brug, ligt dat weinig sfeerverhogende bedrijventerrein met een terminal en een kraan. 

Dat terrein met de terminal wordt fysiek van de stad nog eens gescheiden door een provinciale weg, een muur en een rij bomen, maar opgehoogd zou het aanzicht vanuit het tegenoverliggende stadsdeel er niet op vooruit gaan. 

We kennen die dozen van langs de snelwegen, we kennen hun inbreuk op het landschap, meestal een landschap van weiden en velden. maar hier langs de rivier lijkt het land nog kwetsbaarder, de rivier - en zeker de meanderende IJssel - vraagt om schoonheid rondom zijn bedding.

Daar horen ook de parels van steden en stadjes bij, met hun ranke torens en hun versierde gevels, ze zijn de edelstenen van de rivier. 

Wat is een stadsgezicht? Ten zuiden van de brug over de IJssel ligt nog een kleine groenstrook. Ik kwam werken tegen van de hedendaagse schilder Jan Baggen, waarin hij vanuit verschillende richtingen het zicht op Doesburg schilderde, telkens die Martinitoren, oprijzend uit het groen, en ervoor die IJssel, een volledig intacte idylle. 

Maar, net als foto’s, vertekenen schilderijen. Een beetje.

Wim Boevink

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant