Ilze en Hens Mekking voor het stuk land waar het voedselbos moet verrijzen. Foto: Rob Weeber

Ilze en Hens Mekking voor het stuk land waar het voedselbos moet verrijzen. Foto: Rob Weeber

Straks ook ‘klootzakkenbomen’ in Neede

Landbouw

Van melkvee naar groot voedselbos

Door Rob Weeber

NEEDE – De start voor de nieuwe toekomst van de voormalige melkveehouderij Mekking in Neede begint op 15 december. Dan wordt de vlakverdeling uitgezet in het stuk land dat moet uitgroeien tot het grootste particuliere voedselbos van Nederland. Hens (39) en Ilze (38) Mekking zijn razend enthousiast over de toekomst van hun geplande 12 hectare grote voedselbos, maar zullen nog zeker een jaar of tien moeten wachten voordat zal blijken of hun verwachtingen gaan uitkomen.

Hens maakte het zijn vader niet makkelijk en wachtte lang met het beantwoorden van de vraag of hij de volgende generatie melkveehouder in Neede wilde worden. Hij zag het gezin werken en werken met slechts een week vakantie per jaar. “Boeren staat gelijk aan topsport bedrijven”, zo meent hij. “Door de steeds veranderende regelgeving blijft het een risicovol bestaan waarin je veel moet investeren. Bovendien blijft er weinig tijd voor privé over. Dat zag ik niet zo zitten.” Wat hij dan wel wilde, hoopte hij aan de WUR, de Wageningen University & Research te ontdekken. 

Familiebezit
Na zijn studie bezocht hij Letland, waar meer kansen lagen. Hij zette daar in Valmiera het bedrijf CowCare op, gespecialiseerd in klauwbekapboxen, machines voor klauwverzorging. In 2010 trouwde hij met de Letse Ilze en kwam terug naar Nederland. Beiden waren van mening dat ze, naast CowCare, ook het bedrijf in Neede moesten overnemen. Het was familiebezit en dat moest je koesteren en bewaren voor de volgende generatie. De melkveehouderij was inmiddels vervangen door een jongvee opfokbedrijf, maar Hens en Ilze waren er nog niet uit wat ze met het bedrijf wilden. Het moest wel iets agrarisch zijn en gericht op natuurbeheer. “We hebben olifantsgras geplant, maar dat bleek geen succes. Ook het kruisen van Galloway runderen met de Japanse Wagyu koeien (Kobe rund), ook wel bekend als ‘het kaviaar onder het vlees’, bracht niet de oplossing, net zomin als het investeren in zonnepanelen. Het was het allemaal net niet.” Wat wel de interesse triggerde, was een gesprek met Evert Kaatee van voedselbos Eik & Linde uit Geesteren.

‘We werden
zeer
enthousiast
over het gewas
voedselbos’


Ze verdiepten zich in het fenomeen, bezochten het oudste Nederlandse voedselbos Ketelbroek bij Nijmegen en legden contact met de Stichting Voedselbosbouw Nederland, het kenniscentrum dat binnen vijf jaar 150 hectare grootschalige voedselbossen in Nederland wil ontwikkelen. “We werden zeer enthousiast over het gewas voedselbos. Het is net als mais en graan een landbouwgewas en heeft een eigen gewascode, maar in tegenstelling tot dergelijke gewassen niet kortcyclisch. Een gezond en productief voedselbos staat wel 120 jaar en is naast een belangrijke, lokale voedselbron ook een uitstekende manier om de biodiversiteit te bevorderen.”

Educatieve aspect
Voor Ilze telt naast de toekomstbestendigheid van het project ook het educatieve aspect. “Letland is zo’n 1,5 keer Nederland in oppervlakte en telt slechts 2 miljoen inwoners. Iedereen heeft daar dus ruimte en verbouwt zijn eigen voedsel. Het besef van vers voedsel uit eigen natuur en dicht bij huis wil ik ook onze kinderen meegeven. Zij moeten weten waar het voedsel vandaan komt. Daarom kan ik niet wachten tot we straks vruchten, noten en bessen uit het eigen voedselbos kunnen halen. In Ketelbroek hadden ze bijvoorbeeld zwarte schapenbessenstruiken, met de smaak van chocolade en vanille, en uiensoepbomen. Als het bos straks aangeslagen is, dan wil ik zeker ook educatieprojecten voor kinderen gaan opstarten.” Bij Hens zijn vooral ook de ‘klootzakkenbomen’, de pimpernoot, en pawpawstruiken bijgebleven. Die komen zeker terug in het eigen voedselbos.

‘Als het bos
straks
aangeslagen
is, dan wil ik
zeker ook
educatieprojecten voor
kinderen gaan
opstarten’


Een voedselbos aanplanten is een kwestie van lange adem. De eerste drie tot vier jaar zijn nodig voor de opgroei. Pas na zo’n tien jaar kun je wat zeggen over het succes ervan. “Natuurlijk is het de bedoeling dat we er een verdienmodel van gaan maken”, legt Mekking uit. “Maar het succes ervan voorspellen, blijft schatten totdat het bos staat en er geoogst kan worden. Gelukkig hebben we nog enkele jaren om het best passende verdienmodel uit te denken. Het mooie van een voedselbos is ook dat als het eenmaal staat, het onderhoudsvrij is. Dat maakt dat het goed te combineren is met ons bedrijf in Letland.”

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant