Leerlingen kwamen langs de tafeltjes voor een taaloefening: aan het ene tafeltje vroegen ze de weg, aan het andere kochten ze een trui, weer een ander tafeltje moest de toonbank van een bakkerij voorstellen enzovoort. Foto’s: Sander Grootendorst
Leerlingen kwamen langs de tafeltjes voor een taaloefening: aan het ene tafeltje vroegen ze de weg, aan het andere kochten ze een trui, weer een ander tafeltje moest de toonbank van een bakkerij voorstellen enzovoort. Foto’s: Sander Grootendorst

Goed gedaan! Gut gemacht! - Duits taalplezier in ‘Sprachstadt’ Zutphen

Onderwijs

ZUTPHEN - Ze hadden er schönes Wetter bij, mooi weer, de leerlingen van het Eligant Lyceum en de studenten van de Hogeschool Arnhem Nijmegen (HAN). De ruimte rondom de Zutphense school was woensdagmiddag 12 oktober ingericht als ‘Sprachstadt’. “Können Sie mir sagen, wo die Blumenstraße ist?”

Door Sander Grootendorst

Dit is een artikel uit de Achterhoek Vacaturekrant. Klik hier om alle verhalen en vacatures te bekijken. Deze special verschijnt een aantal keer per jaar bij de weekbladen van Achterhoek Nieuws. Meer vacatures vindt u wekelijks in de weekbladen of op www.achterhoekvacature.nl

Nee, er is geen Bloemenstraat in Zutphen, het was maar spel – leerzaam spel. Aan zeven tafeltjes op het plein vóór en in het park achter de school zaten een of twee HAN-studenten en twee of drie bovenbouwleerlingen met Duits in hun pakket. Leerlingen van de derde klas kwamen langs voor een taaloefening: aan het ene tafeltje vroegen ze de weg, aan het andere kochten ze een trui, weer een ander tafeltje moest de toonbank van een bakkerij voorstellen enzovoort. Allemaal mini-toneelstukjes eigenlijk, van begin tot eind in het Duits.

Meteen maar even over dat vak, over die taal. HAN-studente Veerle Sanders: “Je hoort vaak negatieve dingen over het Duits. Mensen vinden het een harde taal. Ik heb zelf een tijd in Duitsland gewoond, dan ervaar je dat helemaal niet zo. In Nederland zeggen we ‘schoen’ en ‘school’, met een harde g. In Duitsland klinkt het zacht: ‘Schuhe, Schule’.”

Collega-student Mahammad Akkasch: “Ik heb voor Duits gekozen omdat ik het zo’n prachtige taal vind. Het land heeft een hele rijke cultuur. Het is ons buurland en belangrijkste handelspartner.”

Dat alles valt in een middagje ‘Sprachstadt’ natuurlijk niet in één keer over te brengen. Wél hebben de studenten er bij het opstellen van de opdrachten voor gezorgd dat verbuigingen en naamvallen – de gevreesde ‘rijtjes’ – van ondergeschikt belang zijn. Als een van de derdeklassers ‘die Bus’ zegt waar ‘dem Bus’ correct was geweest, rekent Veerle hem dat niet aan. “Goed gedaan, ik kon je volgen, en daar gaat het om”, zegt ze. Ze geeft hem een gunstige score, waarop hij glunderend wegloopt. De studente wordt aan dit tafeltje geassisteerd door bovenbouwleerlingen Eise van Hemel (16) en Marleen ten Have (17). Zij hebben dus al wat langer Duits en dat is alleen al aan hun uitspraak goed te horen. Maar ze hoeven dan ook nur voor te lezen wat er staat: de jonge kandidaten uit de derde klas krijgen een Nederlandse tekst voorgelegd die ze ter plekke moeten vertalen. Veerle: “Alle zinnen die erin staan, hebben ze in de les al gehad. Het zou dus moeten kunnen.”

Toch, in de spanning van het moment… Wat is ‘trui’ ook weer in het Duits? Een meisje probeert het met ‘Treu’, maar dat betekent iets anders. Aan het tafeltje waar zogenaamd kleding wordt verkocht, verbetert de 17-jarige bovenbouwer Peter Albert (tenminste, zo noemt hij zichzelf), haar niet, maar leest het voorgeschreven antwoord op: “Wir haben Pullover nur in rot, blau, schwarz und weiß.” Met het gevolg dat het meisje in haar volgende zin geen ‘Treu’ meer zegt, maar ‘Pullover’. Gut gemacht!

Je zou bijna wensen dat je weer jong was en dat je dan Duitse taal en cultuur kon gaan studeren. Of in elk geval in de vierde klas van het voortgezet onderwijs in je profiel Duits als keuzevak opnemen. Je kunt er in de huidige maatschappij veel kanten mee op, zegt docente Willeke Voskamp. “Zeker in onze grensregio.”

“Daarom proberen we de leerlingen echt te enthousiasmeren, willen we ze laten ervaren dat het stoffige imago van het Duits niet terecht is.” De samenwerking met de HAN komt daarbij van pas. “Vorig jaar was het nog een pilot, die verliep goed en we zijn ermee verdergegaan. Voor de studenten een mooie kans, voor onze bovenbouwleerlingen ook: je merkt dat ze zich echt verantwoordelijk voelen voor de jongere leerlingen. Voor die laatste groep is het een leuke manier om met het dagelijks gesproken Duits in aanraking te komen.” 

Het Eligant behoort tot de scholen die Duits al vanaf de eerste klas aanbieden. Waar je bij Engels een Cambridge-certificaat in de wacht kunt slepen, kun je dat bij Duits via het Goethe Institut, waarmee het Eligant ook samenwerkt. “Dat staan niet alleen goed op je cv, je kunt daar echt wat mee. Bijvoorbeeld als je naar de hotelschool gaat; je krijgt dan bepaalde vrijstellingen. Zo willen we de leerlingen ook concreet verder helpen.” Als de derdeklassers hun profielkeuze gaan bepalen, komen oud-leerlingen vertellen hoe ze hun carrière hebben vormgegeven. “Je hoort dan vaak dat ze veel aan dat certificaat hebben gehad.”

Dat Duits een belangrijke taal is, behoeft eigenlijk geen betoog. Voskamp: “Ongeveer twintig procent van de bevolking in de EU heeft Duits als moedertaal. Bij ons is er een schaarste aan mensen die een mondje Duits spreken. Vandaar ook de nadruk die wij leggen op het communicatieve, wat terugkomt in de ‘Sprachstadt’. Want jongeren vinden het vaak toch spannend om in het Duits te moeten praten. Wij zeggen: de grammatica komt later wel, eerst gewoon lekker doen. Zodat je er lol in krijgt.”

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant