
Sluiting Staring College Herenlaan roept veel herinneringen op
OnderwijsBORCULO – Het werd al een keer afgeblazen door de gemeentelijke herindeling in 2005, maar nu is het een onherroepelijk feit geworden. De vestiging Staring College Herenlaan sluit begin januari voorgoed de deuren. Daarmee komt een eind aan bijna zeventig jaar vaktechnisch onderwijs op een unieke locatie. Zaterdag was er voor alle oud-leerlingen en (oud-)leraren gelegenheid om elkaar weer te zien en afscheid te nemen van het markante gebouw.
Door Rob Weeber
De school begon onder de naam ‘Techniek en Ambacht’, een opleiding voor destijds alleen jongens. In de hoogtijdagen waren er zo’n zeshonderd leerlingen. Later volgde de fusie met de huishoudschool ‘’t Zijland’ tot de Scholengemeenschap Borculo en werd het een gemengde school. De SG Borculo fuseerde op zijn beurt met het Staring College. Afdelingsleider werd Rutger Ravenshorst (66), sinds 1985 verbonden aan de school. “Aan de ene kant was het jammer dat de overgang naar nieuwbouw werd afgeblazen. Alles was al in kannen en kruiken en de handtekeningen waren gezet. De gemeentelijke herindeling tot Berkelland haalde echter een streep door de plannen. Aan de andere kant bleven we langer op een geweldige locatie waar je als leerkracht graag les gaf. Natuurlijk zijn we blij dat we uiteindelijk naar een modern gebouw gaan. Vooral voor de leerlingen is dit een goede stap. Zij werden wat minder enthousiast over deze locatie.”
Ravenshorst zag met lede ogen aan hoe de belangstelling voor technische vakken terugliep. “De afdelingen Metaal en Bouw bijvoorbeeld werden gesloten. In die jaren was het credo dat je geen vieze handen mocht hebben. De afdeling Administratie puilde dan ook uit met leerlingen. Gevolg was dat we hier uiteindelijk nog maar vier profielen overhielden, zorg en welzijn (Z&W), mobiliteit en transport M&T), horeca, bakkerij en recreatie (HBR) en economie en ondernemen (E&O). Gelukkig zijn die profielen in de tijd verbreed en aangepast aan de huidige tijd, mede door de weer toegenomen belangstelling voor technische vakken.“
Eén grote familie
De Herenlaan was volgens hem altijd één grote familie. En net zoals het bij echte families het geval is, ging men daar ook met elkaar op vakantie. Zo waren er jaarlijks uitstapjes naar Winterberg om te gaan langlaufen en organiseerden de leraren met elkaar tripjes als een weekendje naar Maastricht. Speciaal voor de bezoekers had Ravenshorst oude films klaargezet waar de sfeer van weleer goed zichtbaar was. Onder meer waren langlaufende leerlingen, een Sinterklaasviering op school en rokende leraren tussen leerlingen te zien.”
Fraters als leerkracht
Lidwien Baak-Boekelder (62) werkt al sinds 1982 aan de Herenlaan op de afdeling Administratie en gaat straks nog een paar jaar mee naar het nieuwe schoolgebouw. “Toen ik begon heette het nog ‘Techniek en Ambacht’, een opleiding met veel praktijkvakken als schilderen, timmeren, metselen, metaaltechniek, lassen en consumptieve techniek, in de volksmond ook koken en bakken genoemd. Wie in de vroegere jaren van de school afkwam, kreeg gegarandeerd een baan. De kwaliteit van het onderwijs was geweldig hier. Je leerde echt een vak. Ook de sfeer tussen de leraren onderling was altijd heel goed. Tot 1990 hadden we zelfs nog een stuk of vijf fraters als leerkracht. Zij woonden in het belendende fraterhuis. Daarnaast hadden we leerlingen van de naastgelegen Leo Stichting. Zij kwamen uit het westen van het land en hadden soms een kort lontje, zeer tegen de zin in van de ‘boerenjongens’ uit Beltrum. Dat werd dus nog wel eens vechten.”
Aanwezig zaterdag was ook de heer Emaus (77), oud-leerling (tussen 1958 en 1962). Hij deed de opleiding metselen en timmeren en ging na school direct aan de slag in Neede bij aannemer Goorhuis. “Ik herinner me nog directeur frater Hubertus. Die kon enorm tekeer tegen je als je wat uitgespookt had. Zijn woorden bleven nog lang hangen. Maar over het algemeen vond ik de strengheid wel meevallen. Een keer moest ik twee dagen helpen timmeren op de boerderij, thuis aan de Geesterse weg. Ik kreeg daar direct vrij voor. Frater Hubertus kwam zelfs kijken.”
Strenge discipline
Dat het met die strengheid wel meeviel, werd niet door iedereen gedeeld. Een groepje oud-leerlingen van zo’n vijftig jaar terug herinneren zich vooral de discipline die er heerste. “Als je te laat was, dan kon je niet zomaar doorlopen naar de klas. Je moest eerst een stempel halen bij conciërge Van Munster.” Een ander weet nog dat als je iets niet goed had gedaan tijdens de les timmeren, je een duimstok in je nek kreeg of dat er hard aan je oor getrokken werd. En werd je onhandelbaar in de klas, dan kon je naar huis. “Ze waren streng, maar we kregen wel de beste opleiding.” Over de ‘losse handjes’ van de jongens van de Leo Stichting waren ze het wel eens. “Die gasten konden niet tot tien tellen, die sloegen er gelijk op los.”
Docent ‘vrije expressie’ (muziek) was frater Bowier. Hij had volgens hen de bijnaam ‘konijntje’ vanwege zijn vooruitstekende tanden. “Ik weet nog dat een medeleerling te laat kwam en zijn schooltas vanaf een halve meter hoogte op de grond liet vallen”, haalt een van de van groep op. “Hij werd door frater Bowier gesommeerd om het opnieuw te doen, maar dan zachtjes. Gevolg was dat hij de tas opnieuw liet vallen. Bowier liep toen op hem toe en sloeg hem met de vlakke hand op de zijkant van zijn gezicht. Daarop stond de jongen op en sloeg hard terug. Hij moest veertien dagen thuis blijven, maar ik geloof niet dat hij teruggekeerd is.” Diezelfde frater Bowier leerde hen ook dirigeren op het podium. “Moesten we recht naar voren kijken en met de armen zwaaien terwijl de zaal het schoollied ‘Hamers opzij’ zong.”
Dat schoollied was beroemd en geliefd in die tijd en geheel in de traditie van weleer gecomponeerd:
‘Schoollied L.T.S. Borculo
Even pauzeren nu, hamers opzij; Een lied moet klinken fors uit onze jongensrij. Wij willen op onze L.T.S. steeds vooraan staan om later Krachtig, prachtig, stevig onze eigen weg te gaan. Werklust en studiezin, is nummer één. Om hier te slagen, ijver, dus ontbreekt er geen één. En vragen wij met ons hart omhoog, boven de kracht, om ‘t leven aan te durven zo dat eens het eeuwige loon ons wacht.’


