Afbeelding

Oerend Smart | Zwijgzame Zweden

Opinie

Wij Nederlanders zijn een praatgraag volkje. In ons eigen land valt dat niet zo op, maar als je in het buitenland bent des te meer. Onderweg in Zweden merkte ik hoe stil de mensen er zijn, op straat, in winkels en in het openbaar vervoer. Als ze überhaupt al met elkaar praten, dan doen ze dat zachtjes en beheerst. In de trein die ik bij aankomst in Zweden nam, keken de passagiers dan ook verschrikt op toen in de coupé een Nederlandse reiziger luid begon te bellen en met de andere kant van de lijn allerlei ditjes en datjes uitwisselde. Hij viel volledig uit de toon.

Hoe komt het dat de Zweden zo stil zijn? Volgens etnoloog Åke Daun, die een bestseller over de mentaliteit van zijn landgenoten schreef, heeft het te maken met de boerenmaatschappij die Zweden lang was. In het dunbevolkte land leefden mensen op grote afstand van elkaar, anders dan in stedelijke samenlevingen waar praten bij het dagelijks leven hoort. Daar komt bij dat de Zweden uitermate conflictschuw zijn. Ze zijn op zoek naar consensus en willen de medemens niet tot last zijn. Langs de lijn van een Zweeds voetbalveld zie je daarom zelden schreeuwende ouders die zich met het spel van hun kinderen bemoeien. Niet voor niets luidt een Zweeds spreekwoord ‘Lege vaten maken het meeste lawaai’. En ook het gezegde ‘Wie niet stil kan zijn, kan niet praten’ spreekt boekdelen. Praten doe je alleen als je de ander echt wat te vertellen hebt. En je laat elkaar netjes uitspreken. Luisteren is een eigenschap die in Zweden hoog wordt aangeslagen. De mens heeft toch niet voor niets twee oren gekregen en maar één mond?

Het zwijgen van de Zweden heeft ook een keerzijde. Niets willen of durven zeggen kan er ook toe leiden dat er dingen onterecht stil worden gehouden. Zo vielen tijdens muziekfestivals in 2014 en 2015 tientallen jonge Afghanen vrouwen die in het publiek stonden lastig. De Zweedse politie verzweeg de zaken echter uit angst dat extreemrechtse politici er hun voordeel mee zouden doen. Toen het bekend werd, riep toenmalig premier Stefan Löfven de bevolking op niet weg te kijken. In 1986 hielden de Zweden zich echter niet stil. In dat jaar werd op 28 april bij de kerncentrale van Forsmark ten noorden van Stockholm verhoogde radioactiviteit ontdekt. Eerst dacht het personeel dat er iets mis was met de eigen centrale. Maar na onderzoek bleek dat de bron van de straling 1100 kilometer verder lag – in Tsjernobyl. Het waren de Zweden die de rest van de wereld informeerden over de grootste kernramp in de geschiedenis. Ook al kan het zwijgen niet verbeterd worden, als de Zweden van zich laten horen, kun je ze maar beter serieus nemen.

Geograaf Gert-Jan Hospers schrijft over stedelijke en regionale ontwikkeling op menselijke maat

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant