Paul Nijhuis en Jet Klunder in de karakteristieke klomp bij de opgang naar de klompenfabriek. foto: Henri Walterbos
Paul Nijhuis en Jet Klunder in de karakteristieke klomp bij de opgang naar de klompenfabriek. foto: Henri Walterbos Foto: Henri Walterbos

Paul Nijhuis 40 jaar
bij Klompenfabriek Nijhuis

BELTRUM - "Als je meegenomen wordt in het verhaal van Nijhuis, merk je aan alles dat hout door hun bloed stroomt." De spreuk in de door vrolijke gekleurde klompen, tulpen en andere accessoires aangeklede verkoopruimte, dekt de lading volkomen, zo blijkt al snel als Paul Nijhuis (63) enthousiast begint te vertellen. Oprecht, bevlogen, gepassioneerd, warm. Met ziel en zaligheid. Onlangs was hij er 40 jaar in dienst. Het levenswerk van zijn vader.

Door Henri Walterbos

Grondlegger Theo Nijhuis begon zijn bedrijf in Beltrum nadat hij het vak als leerling-klompenmaker geleerd had bij klompenfabriek Wiggers aan de Papendijk in Groenlo. "Elk dorp had zijn eigen klompenmaker, maar Beltrum niet, dus deed mijn vader dat. Ondanks dat Paul opgroeide tussen de klompen zag het er allesbehalve naar uit dat hij ooit werkzaam zou zijn in het bedrijf, laat staan er de scepter zou zwaaien en er een zeer succesvolle onderneming van zou maken met zelfs een vestiging in China waar 100 medewerkers in dienst zijn. "Ik vond het vreselijk vroeger," benadrukt hij nog eens extra. "Wilde je met je vriendjes gaan spelen of lekker een potje voetballen, moest ik binnenkomen om driehoekjes op klompen te schilderen. Ik zei wel eens tegen hem Stek dat klompenkeetje toch in de fik." Het werd uiteindelijk de liefde van zijn leven..

Pensionaat Azelo
De HBS in Groenlo verliet hij halverwege. "Een vriend van me ging naar een pensionaat in Azelo. Doar mot ik ok hen, dacht ik, maar mijn vader was niet zo enthousiast. Toch kreeg ik het voor elkaar. Na twee weken wilde ik wel terug kruipen," buldert Paul nu van het lachen. "En no blief ie doar," zei zijn vader beslist. Na Azelo volgde Paul de MTS in Enschede, elektronica, met aansluitend stage in Bocholt (D). "Daar heb ik door de kennis die ik opdeed van besturingstechnieken een belangrijke basis gelegd voor later," kijkt Paul daar nu op terug. "Broer Jan was inmiddels werkzaam in het bedrijf van vader, maar toch vroeg vader mij in 1975 of ik in het bedrijf wilde komen werken. Laat ik het maar proberen, zei ik." Het bleek de start van een successtory, een optelsom van innovatie, doorzettingsvermogen en keihard werken. "Ik wilde alles veranderen toen ik binnenkwam, maar ja, dat viel niet in goede aarde bij de oude garde. Die hadden het al 25 jaar op hun manier gedaan. Ik werd voor snotneus versleten." Toch zette Paul door. Na 2 jaar nam hij het bedrijf helemaal over, en 3 jaar later ontvouwde hij zelfs plannen om een ultramoderne klompenfabriek aan de rand van Beltrum neer te zetten. Toen Paul in december 1980, hartje winter met hevige sneeuwval, machines aan het verhuizen was, stond zijn vader er hoofdschuddend naar te kijken: 'Jonge, jonge, dat kan toch neet good goan'. "Niemand in Nederland gaat anno 1980 nog een nieuwe klompenfabriek bouwen," zo was de publieke opinie. Maar Paul wist wat hij wilde, en met succes. "In 1982 werd ik Nederlands kampioen klompen maken. Iedereen wilde me interviewen. Wie was toch die man die een splinternieuwe klompenfabriek bouwde en blaakte van het zelfvertrouwen op succes? In één klap kende Nederland me. Wat was het mooi geweest als mijn vader dit alles mee had kunnen maken."

Zwaar weer
Toch raakte ook de klompenfabriek in zwaar weer na verloop aan tijd, toen de aanschaf van draagklompen afnam. Paul zette zijn kaarten op souvenirklompen in alle vormen en maten, met als klapper de klomppantoffel die hij ontwikkelde begin dit millennium. "Ik wilde een zachte klomp voor binnengebruik. In China heb ik het uitgewerkt en in productie genomen, toen we het uiteindelijk voor elkaar kregen, al moet ik wel zeggen dat ik op een gegeven moment echt mijn twijfels had of ik wel zou redden wat ik in mijn hoofd had. Ik zat met Chinese vrouwen aan tafel die geen Engels konden en ik geen Chinees. Ik dacht: Ni-jhuus goa toch noar huus." Het product kwam er, met bloed, zweet en tranen. Het doorzetten wierp zijn vruchten af. Wat heet. "Ik heb nooit kunnen bevroeden dat het zo'n groot succes zou worden. We verkopen op dit moment 500.000 paar per jaar, 10.000 in de week," moet Paul zichzelf bijna in de arm knijpen. "Het is mooi om in het vliegtuig te zitten en dan mensen op mijn klomppantoffels te zien lopen," geniet hij zichtbaar.

Houten tulpen
Paul is geen stilzitter maar 24/7 per dag innovatief bezig. "We moeten wel, want stel je voor dat het succes afneemt, dan moet je wel verder kunnen. Ik moet mijn mensen aan het werk houden. We hebben houten tulpen ontworpen, in alle soorten, maten en kleuren. Op dit moment heb ik een klant in Saoedi-Arabië die vorig jaar enkele kisten bestelde voor een flower exhibition, maar dit jaar een hele container vol zelfs. Echte bloemen gaan niet lang mee vanwege de hitte daar. Naar Michigan (USA), Brazilië, alle Hollandse winkels wereldwijd gaan ze naar toe. In Beltrum zagen en vormen we ze, 24/7, vol geautomatiseerd, in China worden ze afgewerkt en geschilderd, en weer terug naar Beltrum." Er zit nog meer in het vat, verraadt hij. "De Topclock komt er aan. We willen de klomp upgraden, met een zachte bovenkant, maar ook andere producten gaan we introduceren, waar ik nog niets over loslaat." Paul is één brok enthousiasme."Vergeet mijn levenspartner Jet Klunder niet te noemen," wil hij zijn succes graag delen. "Zij was de grote aanjager in het succesverhaal van de tulpen en China. Zonder haar had ik dat niet gered. Ook de rest van mijn personeel ben ik dank verschuldigd. Zonder hen kan ik het ook niet. Ik heb goede mensen om me heen."

Portret
Ondanks zijn eigenzinnige karakter is de waardering voor de zakenman en directeur bijzonder groot. Vooral als mens. Zowel door zijn kinderen, personeel als zakenrelaties wordt Paul op eenzelfde manier neergezet, op een dvd die de kinderen in elkaar zetten ter ere van zijn 40-jarig jubileum, een week eerder. Een mooi document. "Wie had toch ooit kunnen denken dat Nijhuis Klompen het boegbeeld van de Nederlandse klomp zou worden. Paul Nijhuis;:hij kwam, zag en overwon." Steeds weer komen woorden van gelijke strekking voorbij. Paul is supertrots op het portret. Een perfectionist, sociaal, chaotisch "Hij kan soms met 10 dingen tegelijk bezig zijn."

Over 10 jaar ...
"Dan ben ik er nog steeds, is de omzet verdubbeld met producten waar niemand nu nog weet van heeft, behalve ik. Ik wil nooit iets namaken, alleen maar iets nieuws bedenken." Als Paul poseert voor de foto dan moet de klomp mee met daarop de namen van alle jubilarissen tot op heden. Tegelijkertijd met Paul werden gerespecteerde collega's in het zonnetje gezet. Hun namen worden met trots uitgesproken: Stef Nijhuis (25 jaar), Martin Grotenhuis (25 jaar), Ivo Stortelder (25 jaar) en Randolph Rosing (12.5 jaar). "Mocht me een keer iets overkomen, dan kan het bedrijf gewoon doordraaien. Daar heb ik wel voor gezorgd."