Slay-it strijdt om hoogste eer
BORCULO - Popping, locken, hiphop of house. Voor de meiden van deze dansgroep is het een eitje. De naam Slay-it betekent in het Nederlands niets voor niets slachten. Zij wonnen onlangs de voorronde van de Koninklijke Nederlandse Gymnastiek Unie-danscompetitie in Winterswijk. En mogen straks in juni strijden om de hoogste Nederlandse eer.
Door Susanne ten Have
De negen meiden van dansgroep Slay-it kwamen anderhalf jaar geleden bij elkaar. Sindsdien trainen zij samen elke dinsdagavond bij LG Dance in Borculo onder de leiding van danstrainer Chériëlle Dollekamp. Zij is ook degene die de meiden bij elkaar bracht. "We wilden een selectiegroep samenstellen voor om wedstrijden mee te dansen en ook optredens te verzorgen", vertelt Dollekamp. Hun harde werken werpt zijn vruchten af. Onlangs wonnen zij de voorronde voor de Koninklijke Nederlandse Gymnastiek Unie (KNGU) dat zich afspeelde in Winterswijk. Daarmee is de groep zo goed als verzekerd van deelname aan het NK.
In de coulissen
Ondanks hun harde werken kwam de overwinning in Winterswijk als een verrassing binnen, vertellen de dansers. "We stonden met zijn allen in de coulissen tijdens de prijsuitreiking. Eerst werden de nummers twee en drie bekend gemaakt. De andere groepen waren super goed, dus toen dachten we al dat er voor ons geen prijs meer in zat. We hadden het echt niet verwacht", vertelt Kiki ter Avast. "We waren zelfs bijna weggelopen", vult teamgenoot Aylin Polat aan met een grijns. En waar denken ze dat zij het verschil in wisten te maken? "Ik denk de wissels. Bij sommige groepen renden ze bijvoorbeeld naar hun plek. Terwijl Chériëlle ons leert om dat in een dansbeweging te doen. Daardoor ziet het er wat vloeiender uit", vertelt Aida Bloemenhard die zelfs een dansopleiding volgt. "Maar we zijn ook goed in house gedeelte en we hebben altijd goede energie op het podium", zegt Aylin.
Geluk
Slay-it won de eerste plek in de categorie mix. Daarin laten ze vier verschillende dansstijlen zien, namelijk hiphop, house, streetdance en FEM. Naast de groepstraining volgende de meiden los van elkaar lessen bij LG Dance. In de anderhalf jaar dat de meiden samen dansen werkten zij aan hun choreografie, bedacht door trainer Dollekamp. "Soms bedenk ik ter plekke ook wat nieuws. Als de choreografie er eenmaal in zit dan gaan we het cleanen. Dan moet alles gesmeerd lopen voor de wedstrijden en optredens", legt zij uit. Voor de volgende voorronde blijven ze hard trainen. "In het juryrapport stond eigenlijk alleen maar positieve feedback. Dus misschien dat het volgende juryrapport meer duidelijk maakt over waar wij het een en ander kunnen verbeteren", zegt Dollekamp. Zij is bovenal trots op haar team. "Ik mag van geluk spreken dat ik zo'n leuk meidenteam heb dat ik mag trainen."
Van risee naar voorbeeldgemeente
BERKELLAND - "Het is nog niet zo lang geleden dat Berkelland bekend stond als de risee van Nederland, tenminste als het ging om hoe we beleidsmatig aankeken tegen ondersteuning en zorg thuis en de inzet daarbij van huishoudelijke hulpen. En nu worden we gepresenteerd als een van de vijf voorbeeld gemeenten met een vernieuwende aanpak. Het kan verkeren." Aldus wethouder Marijke van Haaren in een reactie op het onderzoeksrapport 'Vernieuwing in hulp aan huis' van Movisie. Movisie is een landelijk kennisinstituut en adviesbureau voor het sociaal domein.
In het rapport worden vijf gemeenten gepresenteerd waar vernieuwing in de thuisondersteuning het afgelopen jaar in gang is gezet, waar geëxperimenteerd wordt met integrale functies waarin huishoudelijke hulp, begeleiding en soms ook persoonlijke verzorging worden gecombineerd. Het beleid van Berkelland wordt in het rapport samen met dat van de steden Zoetermeer, Rotterdam, Amsterdam en Tilburg als voorbeeld en inspiratiebron gepresenteerd voor andere gemeenten.
Het is het project 'Ondersteuning Thuis' dat in het rapport in het zonnetje wordt gezet. Dit project heeft als insteek inwoners van Berkelland zolang mogelijk zelfstandig thuis (en in de samenleving) te laten functioneren. Ondersteuning Thuis biedt een combinatie van huishoudelijke hulp, eenvoudige vormen van begeleiding, lichte persoonlijke verzorging en ook het verlichten van de taken van mantelzorgers. Het Voormekaar-team bepaalt na overleg met de inwoner en in samenspraak met de aanbieder wat er nodig is. Met de aanbieder wordt vervolgens afgesproken op welke niveaus en in welke omvang ondersteuning wordt ingezet. Die mogelijke inzet loopt van lichte ondersteuning (1 tot 3 uur per week) tot zware ondersteuning (5 tot 6 uur per week). De organisatie van huishoudelijk taken, begeleidingstaken en lichte zorgtaken worden waar mogelijk geclusterd. Om dit mogelijk te maken kunnen medewerkers van aanbieders bijgeschoold worden. Dankzij nauwe samenwerking tussen de verschillende betrokken partijen hebben inwoners nog maar te maken met slechts één zorgorganisatie en met minder verschillende hulpverleners. Bij voorkeur zelf maar één. Het zijn de eigen kracht en de wensen van de inwoners welke als vertrekpunt genomen.