Verhaal 3: Hoop geloof liefde

Mees begon met opgewonden stem te praten, maar wat gaan we nu doen sprak Mees. Nora zij wat er op die brief staat. Toen ze was uitgesproken, gingen ze bespreken wat ze met de munten gingen doen. Mees zij als Lars en Nora iets bedenken voor de munt van het geloof, en als Emma en Noud iets bedenken voor de munt van de hoop en dat Femke en ik iets bedenken voor de munt van de liefde. Dan zegt Lars dat hij naar huis gaat, zullen we morgen dan weer terugkomen? En iedereen is oké dan komen we morgen weer terug.

Volgende morgen
Iedereen is weer terug bij de plek. Nora zegt heeft iedereen goed nagedacht over wat we gaan doen met de munten. Iedereen zegt ja, Lars pakt de munt van het geloof en zet hem tegen zijn hart en hij zegt: ik heb iets voor het geloof. Hij zegt: ik wil graag dat iedereen gelijk is op aarde. Dan zegt Nora ik ben het er mee eens en zegt: geloof, hoop en liefde zijn er altijd geweest en zullen er altijd zijn, in het verleden, heden en de toekomst. Er gebeurd nog niks Emma zegt en wat gaat er nu nog gebeuren, en opeens gloeit de munt op en komt er een geest uit. Hallo zei Femke met een bange stem, hallo zei de geest ik ben de geest van het geloof en wie heeft mij geroepen? Lars zei: ik meneer. Waarom zei de geest. Ik heb een wens zei Lars, wat voor een wens, zei de geest. Ik wil dat iedereen gelijk is op de aarde, zei Lars. Jouw wens is mijn bevel zij de geest en de geest verdween. Daarna wist niemand wat er precies gebeurde Noud zei laten we morgen nog een munt doen, nu wil ik naar huis zei hij. Iedereen vond dat een goed idee behalve Femke want die wou nog haar munt doen maar Mees zei laten we dat maar morgen doen oké. En toen gingen ze allemaal naar huis. Later die avond kon Mees helemaal niet slapen door wat hij zal wensen maar nu moet hij gaan slapen dacht hij zelf.

Volgende morgen (kerstdag)
Toen op school had iedereen van het groepje het over die munten iedereen dacht. Moeten we met die munten iets voor kerst doen of maar dan is het alleen maar voor kerst zei Mees Iedereen knikte maar toch zei Femke het is toch wel leuk. Ja maar het is onthoud zei Mees je mag alles wensen zei Mees. Noud zei toen ooh dan wil ik een heeeel groot ijsje. Iedereen moest lachten. Later die dag kwam iedereen weer bij de munten ik heb wel iets zei Femke. Wat dan zei Mees. Nou ik wil dat iedereen in de wereld geen ruzie meer maken en dat er geen echtscheidingen meer zijn. Vind je dat goed Mees, zei Femke. Mees zei ik vind het best. En ze hield de munt tegen haar hart en zei: "Geloof hoop en liefde zijn er altijd geweest en zullen er altijd zijn, in het verleden heden en toekomst." Er gebeurde weer niets. Maar toen gloeide de munt weer op en kwam er een geest uit. Ik ben de geest van de liefde zei de geest. Wie heeft mij opgeroepen? Ik, zei Femke met een bange stem. Jij zei de geest, ik had een ouwe man verwacht zei de geest. Daar lijkt ze toch op zei Mees. Iedereen moest lachen behalve Femke. Wat voor wens heb je dan zei de geest. Ik wil dat iedereen in de wereld geen ruzie meer maakt en dat er geen scheidingen meer zijn. De geest zei jouw wens is mijn bevel en hij verdween. Werkte het zij Mees ik hoop het zei Femke. Oké, het word al best donker laten we naar huis gaan, oké we gaan naar huis, zei Mees. En iedereen gaat naar huis.

Volgende morgen (2e kerstdag)
Oké jullie hebben nagedacht over de munt van de hoop zei Femke. Emma en Noud zeiden allebei ja. Oké dan gaan we de laatste wens doen zei Lars. Emma en Noud zeiden allebei in koor: "Geloof, hoop en liefde zijn er altijd geweest en zullen er altijd zijn, in het verleden, heden en de toekomst". Toen verscheen er weer een geest en zij, ik ben de geest van, ja dat weten we nu wel zij Lars, oké rustig zij de geest, wat is jullie wens, wij wensen dat iedereen hoop heeft voor wereldvrede en alle andere kleine dingen. De geest ging omhoog en verdween achter de wolken. Oké zei Femke hoe kunnen we erachter komen of het heeft gewerkt, we kunnen een vliegreis maken naar oorlogsgebieden. Oké we kunnen dat samen doen maar zal het mogen van onze ouders? Ja natuurlijk zei Lars we zijn toch een soort van heilig. Oké ik hoop het zij Noud.

Een maand later
Ja het is gelukt zij Femke we gaan met zen allen naar Jemen om te kijken of er nog hongersnood is. En mijn lieve moeder gaat natuurlijk mee als begeleiding, we zitten met zen allen in het vliegveld te wachten, en toen kwam ons vliegtuig, er werd geroepen vliegtuig Jemen gaat over vijftien minuten vertrekken later in het vliegtuig begonnen ze te overleggen, ooo ik hoop zo dat het gelukt is zij Noud, ja want als er daar geen hongersnood meer is dan is onze wens gelukt. Ongeveer 5 uur later zijn we eindelijk geland. Oké laten we kijken of het gelukt is, een maal in de stad hangen overal spandoeken waar op staat we hebben weer genoeg te eten, het staat natuurlijk wel in een andere taal. Eenmaal in het vliegveld van Jemen was iedereen verbijsterd dat de wens gewoon gelukt is. Lars zegt ineens als we weer terug zijn in Nederland kunnen we kijken of de andere twee wensen zijn gelukt, Femke zei dat dat een goed idee was en dat we dat de volgende ochtend zouden uitvogelen.

Volgende morgen
Iedereen was weer bij elkaar en zij: laten we vragen aan een mevrouw of meneer of hij hoop heeft en meer inspiratie heeft gekregen om niet te scheiden, ja dat is goed dat zijn 2 vliegen in een klap, uiteindelijk vroegen ze aan een meneer of hij meer inspiratie en hoop heeft gekregen om niet te gaan scheiden en ja hoor het was gelukt, na de tijd gingen ze naar de plek waar ze de brief hadden gevonden en leggen de munten tegen hun hart en zeggen:

"Geloof, hoop en liefde zijn er altijd geweest en zullen er altijd zijn, in het verleden, het heden en de toekomst."


Jimmy Luesink, Sil van de Graaf en Gijs van den Berg,
Kerst Zwartschool