Voedselbank verruimt toelatingsnorm

REGIO - Per 1 januari 2018 veranderen de toelatingsnormen van de voedselbanken fors. Enerzijds worden de klassieke normbedragen van de voedselbank verhoogd met 7%. Anderzijds worden de toelatingsnormen op een andere manier berekend, waarbij gebruik is gemaakt van cijfers uit de Nibud-minimumvoorbeeldbegrotingen. Dit is nieuw en brengt een andere methodiek van toerekening met zich mee. Zo wordt er rekening gehouden met meer uitgavenposten en komen klanten eerder in aanmerking voor een pakket. Effectief komt de verandering neer op een verruiming van de toelatingscriteria van bijna 100 euro.

Verhoging normbedrag
De normbedragen worden ook in 2018 verruimd. Het basisbedrag per huishouden wordt per 1 januari met 10 euro verhoogd tot 130 euro. Daarnaast wordt het bedrag per persoon verruimd met 5 euro tot 85.
De toelatingsnorm (in euro's per maand) komt daarmee voor een eenpersoons huishouden komt daarmee op 215 euro (was 200 euro); een huishouden met twee volwassenen: 300 euro (was 280); een gezin bestaande uit een volwassene en een kind wordt 300 euro (was 2800; een gezin van een volwassene en twee kinderen 385 euro (was 360); een gezin van twee volwassenen en twee kinderen wordt 470 euro (was 440). Dus per huishouden een basisbedrag van 130 euro, met daarbij opgeteld een bedrag van 85 euro per gezinslid.

De voedselbanken hebben de Nibud-voorbeeldbegrotingen gebruikt bij het bepalen van de toelatingsnormen van het de voedselbanken. Ze willen hiermee duidelijk zichtbaar maken hoe zij tot toelatingscriteria komen. De voedselbanken hebben een eigen berekening gemaakt op basis van de uitgavencijfers die het Nibud gebruikt in deze Nibud voorbeeldbegrotingen.
Als gevolg hiervan wordt rekening gehouden met meer uitgaven (tot 79 euro) dan voorheen.
Per saldo leiden beide wijzigingen tot een verruiming van 94 euro voor eenpersoons huishouden (oplopend met 5 euro per extra persoon in een huishouden).
De voedselbanken verruimen deze norm nu ze voldoen aan de eisen van voedselveiligheid van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit en de supermarkten dientengevolge meer voedsel doneren dat anders weggegooid zou worden.
In het eerste kwartaal inventariseren de voedselbanken hoeveel klanten in 2017 geholpen werden. Een persbericht hierover wordt eind februari verwacht.


Achterhoekse gemeenten: 'ja' tegen sterkere samenwerking

ACHTERHOEK - De Achterhoekse gemeenteraden willen de samenwerking in de Achterhoek versterken. Regio Achterhoek heeft hiervoor in de herfst een voorstel gedaan ('De Achterhoek werkt door'). Dit is door een ruime meerderheid van de raden positief ontvangen. Begin 2018 komt er een gedetailleerde uitwerking van het plan.

Kern van het voorstel is om met een brede coalitie van partners samen de koers van de Achterhoek te bepalen voor de sociaal-economische agenda richting 2030. Overheid, bedrijfsleven en maatschappelijke partners als woningcorporaties, onderwijs en de zorgsector zijn hiervoor aan zet. Doel hiervan is meer focus op acties die de Achterhoek nu nodig heeft, sneller tot besluiten komen en een sterker gezicht naar buiten.

Vertrouwen
De zeven gemeenteraden hebben in november en december gesproken over het voorstel. Voorzitter Mark Boumans: "Deze uitkomst betekent dat we op volle kracht kunnen doorgaan. We zijn heel blij met de steun en belofte om mee te werken van een groot deel van de raadsleden, met hun vragen en opmerkingen en met de opbouwende kritiek die zij gegeven hebben. Ook het bedrijfsleven en de maatschappelijke organisaties hebben de afgelopen periode hun steun betuigd. Ik zie meer overeenkomsten dan verschillen en heb vertrouwen in onze gemeenten, onze partners en in dit unieke samenwerkingsmodel waarmee wij als regio voorop lopen. We gaan het voorstel nu aanscherpen. 2018 wordt een belangrijk jaar voor de samenwerking in de Achterhoek." In de Regio Achterhoek werken de gemeenten Aalten, Berkelland, Bronckhorst, Doetinchem, Oost Gelre, Oude IJsselstreek en Winterswijk samen.