Mart de Kruif: 'De oprechtheid van de Achterhoekers. De nuchterheid, zonder onderscheid des persoons. Dat spreekt mij aan'. Foto: Eric Klop)
Mart de Kruif: 'De oprechtheid van de Achterhoekers. De nuchterheid, zonder onderscheid des persoons. Dat spreekt mij aan'. Foto: Eric Klop)

'Na Velperbroek daalt de hartslag met tien'

DOESBURG - Ligt het pittoreske stadje aan de oostzijde van de IJssel nou in de Liemers of in de Achterhoek? Noem het een enclave. Wat Mart de Kruif betreft maakt het niet uit. Voor hem is het de Achterhoek. "De puurheid van de mensen", zwaait de oud-militair de loftrompet. "Oprechtheid, nuchter. Niet opgeklopt. Doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg. Hoe anders was dit vaak tijdens mijn loopbaan bij defensie. Ambtenaren en politici die je naar de mond praten. Zeggen wat je wilt horen. Niet gelijk hebben maar gelijk krijgen. Grootdoenerij. Maar geluk zit in de kleine dingen. Die vind ik in de Achterhoek. Ook qua schoonheid en rust van het landschap. Een vriend zei ooit: 'Als ik knooppunt Velperbroek achter mij laat en ik naar de Achterhoek rijd, dan daalt mijn hartslag met tien'. Zo is het!"

Door Eric Klop

Mart de Kruif werd 58 jaar geleden geboren in Apeldoorn, maar groeide op in Rheden. Ging na het VWO naar de Koninklijke Militaire Academie in Breda. "Ik was op de middelbare school een slechte leerling. Haalde voor geschiedenis en gym een 9, maar de rest was veelal onvoldoende. Hield mij liever bezig met sport De Mammoetwet heeft me gered, kon vakken laten vallen. Had plannen om naar de CALO te gaan of MO Geschiedenis te studeren. Maar het werd de KMA. Een advertentie in de krant bracht mij op het spoor. Ik werd nota bene toegelaten! Tot vreugde van mijn ouders", lacht De Kruif. "Ik had twee studerende broers die klauwen met geld kostten. De KMA hanteerde geen studiegeld. Ik kreeg er gratis kost en inwoning en een zakcentje op de koop toe."
Tijdens zijn militaire opleiding maakte hij naar eigen zeggen fouten. "Waar ik echter van leerde. En als mens stappen kon maken, vooral tijdens het laatste jaar." De Kruif maakte bij Defensie een glanscarrière. Werd gestationeerd in Duitsland en de VS. Was op missie in Bosnië en Afghanistan, waar hij optrad als bevelhebber van de internationale troepen. Zag er dingen die je niet wilt zien. Maakte mee wat niet meegemaakt mag worden. Uiteindelijk werd hij als generaal benoemd tot commandant der landstrijdkrachten. Tot 2016. Sindsdien geniet hij met volle teugen van zijn nieuwe leven. Zonder verantwoordelijkheden die te maken hebben met leven en dood. En zich soms ergerend aan mensen die zich druk maken om futiliteiten. "Terwijl we het hier zó goed hebben", kan hij uit eigen ervaring een vergelijking maken met brandhaarden elders in de wereld.
De Kruif houdt zich nu verre van Defensie. Het is voetbal dat de klok slaat. Speelde al op jonge leeftijd in het eerste van zaterdagclub DVOV in Velp. "Mijn ouders hechten aan de zondagsrust, dus moest ik op zaterdag voetballen." Via de broers van zijn vrouw Esther stapte hij over naar het toenmalige H&K in Hummelo. "Na de fusie met Drempt Vooruit tot HC03 ben ik er blijven hangen. Ben nog steeds actief binnen de witte lijnen. In het vijfde, waarin veteranen een aantal jonge honden die strakke leiding nodig hebben aan de hand nemen…"
Een enorme voetbalfanaat. Zo mag je Mart de Kruif gerust noemen. Ook in de VS of op missie trapte hij als het even kon een balletje. Feyenoord-fan in hart en nieren. 'Doe maar gewoon…' Hij heeft er nu meer tijd voor dan ooit. Inmiddels ook als voorzitter van HC03, amper tien minuutjes rijden van zijn woonplaats. "Een fijne club die centraal staat binnen de voormalige gemeente Hummelo en Keppel. Waar de kwaliteiten van de Achterhoek evenzeer tot uiting komen. Wat je bij de vereniging doet maakt niet uit. Zorg gewoon dat je je man uitschakelt of de bal in het vijandelijke net prikt. De clubkas of de kantine beheert dan wel de hoekvlaggen plaatst of de F2 onder je hoede hebt. Iedereen is gelijk. Dat spreekt mij aan en daar zet ik mij voor in. Je ziet het elders in de streek eveneens. Vooral bij de dorpsclubs. Misschien zijn ze er op het veld wat ruwer. Niet zozeer fysiek, maar verbaal. Hoewel, eigenlijk valt dat ook wel weer mee."