Kwiet raken

Sommige woorden zijn in het Achterhoeks praktisch gelijk aan het Nederlands. Neem nou verliezen. In het Achterhoeks is dat meestal verlezen en dat scheelt maar één letter. Maar ik zei meestal. Want verliezen kun je ook vertalen met kwiet raken of kwiet worden. Of, zoals ze in Winterswijk zeggen: verloorne maken. En ook verspöllen betekent verliezen. Maar dat woord hoor je nog maar zelden.

Wat je verliest, kwijt raakt, moet je zoeken. Zuken zeggen ze in de westelijke Achterhoek, terwijl meer in het noordoosten de mensen het over zeuken hebben.

Soms kan iemand wanhopig naar iets zoeken en helemaal niet in de gaten hebben dat het vlak voor z'n neus ligt. Een beetje smalend zei men dan in Eibergen: At ne hond was, dan had e oew allenge ebetten. Ofwel: als het een hond was (wat je zoekt), dan had ie je inmiddels al lang gebeten. En als iemand zogezegd met de neus zoekt: Hee zoch 't peerd en zit der op.

In het Nederlands kun je stad en land aflopen als je iets zoekt. De Achterhoeker houdt het dichter bij huis: Hellem en Zelhem afzeuken. Zelhem weet ik te vinden, maar waar Hellem ligt, ik zou het niet weten.

Ben je helemaal hopeloos en haal je de hele kast overhoop om dat van opa geërfde horloge te vinden, dan ben je op z'n Achterhoeks aan het plonderen of aan het schommelen. Maar in Gendringen noemen ze dat mochelen en in het Montferland hebben ze het over schumele.