Bruidspaar Vijge-de Kok met wethouder Marijke van Haaren. Foto: Rob Weeber
Bruidspaar Vijge-de Kok met wethouder Marijke van Haaren. Foto: Rob Weeber

Bruidspaar Vijge-de Kok zestig jaar getrouwd

EIBERGEN - Het echtpaar Albert en Jos Vijge-de Kok vierde maandag 30 juli het zestigjarig huwelijk. Natuurlijk hoort daar een felicitatie namens het gemeentebestuur bij. Daarom ging wethouder Marijke van Haaren maandag op bezoek bij het paar.

Door Rob Weeber

Albert Vijge werd in 1934 op West-Java, Tjimahi (Cimahi), geboren, maar verhuisde met twee en een half jaar naar Nederland. Hij werd vroeg wees toen zijn moeder in 1946 overleed, vier jaar na het terechtstellen van zijn vader door de Duitsers als gevolg van verzetsactiviteiten. Pas begin 2018 zou hij te weten komen wat er toen precies is gebeurd. Zijn volgende adres werd dat van zijn oom en tante in Amsterdam. Dat Jos (Johanna) de Kok, geboren in 1934 te Utrecht, daar inmiddels ook woonde, was toeval. Haar vader werkte bij de spoorwegen en verwisselde regelmatig het domicilie. Albert groeide op en stapte met achttien jaar de wereld van de marine binnen. Tijdens een van de schaarse verloven, ontmoette hij via zijn neef een meisje dat in een Amsterdams rusthuis werkte en die eerste kennismaking was voldoende. Het was ook voor haar liefde op het eerste gezicht, hij had van die mooie ogen. Maar van een intensieve verkeringsperiode kwam niet veel, zijn baan bij de marine bracht hem over de gehele wereld en weinig thuis. In 1954 ging hij voor anderhalf jaar naar Nieuw-Guinea en kwam pas in 1956 weer terug in Nederland. Ze trouwden desalniettemin in 1958 en Albert nam het jaar erop ontslag bij de marine.
Na hun huwelijk besloten ze naar Amerika te emigreren. Woonruimte was schaars in Nederland en de verre bestemming leek meer mogelijkheden te bieden. De oudste zoon werd er geboren, maar al na drie jaar waren ze weer terug. Met name Jos kreeg last van heimwee en toen ze eenmaal zag dat ze genoeg voor de terugreis gespaard hadden, was er geen weg meer terug.
In 1964 tekende hij bij de landmacht en ging als kok aan de slag. Ook nu trok het buitenland en hij gaf zich op als vrijwilliger voor Seedorf, Duitsland. Jos vond de locatie prima, het was immers dichtbij Nederland en dus dichtbij haar ouders en opa en oma. Wat haar vooral opviel daar was de gedisciplineerdheid van de Duitsers. Als de kinderen op de schoolbus wachtten, was er een keurige rij met Duitse rugzakjes te zien, terwijl de Nederlandse kant een grote stapel was. En vuilnisbakken met halfopen deksel was al helemaal 'not done. Je nam dan het overtollige vuil weer mee naar binnen zodat de deksel 'ordentlich' dicht kon.
Na drie jaar Duitsland werd de volgende plaats Gasselternijveen in Drenthe. In 1972 verhuisden ze naar Eibergen, waar Albert op Kamp Holterhoek ging werken. Hij zou daar blijven tot aan zijn pensioen. Jos heeft haar werkzame leven in het nijverheidsonderwijs les gegeven, waar zij meisjes onder meer leerde naaien, koken en wassen. Na de verhuizing naar Eibergen ging ze over naar de gezinsverzorging, het latere thuiszorgwerk. In Winterswijk gaf ze leiding aan een team van zo'n 25 vrouwen. Het echtpaar kreeg twee kinderen, een zoon en een dochter.