Agrariër Gerton Lerink bij de dichte Berkelstuw. Foto: Rob Weeber
Agrariër Gerton Lerink bij de dichte Berkelstuw. Foto: Rob Weeber

Waterbeheer Berkeldal lijkt nog niet op orde

BERKELLAND - Het waterbeheer in het Berkeldal is nog niet echt op orde, ondanks het project Landbouw op Peil, dat in 2011 van start ging. Gerton Lerink, agararisch ondernemer in Eibergen ondervindt dat in deze droge zomer.

Op 26 augustus 2010 viel er 150 mm regen. Gevolg was onder meer dat het land van de Maatschap Beernink in het beekdal van de Slinge veertien dagen onder water stond. Ook de mais stond 20 cm met de 'voeten' in het nat. Mede door achterstallig slootbermonderhoud (teveel rietgroei) van de zijde van het waterschap kon het water niet snel genoeg afgevoerd worden. Alle betrokken partijen zagen in dat het tijd werd voor verbeterd waterbeheer met het oog op de toekomst. Te grote verschillen in vernatting en verdroging van de bodem moest tegengegaan worden, mede in het belang van een gezonde en rendabele agrarische bedrijfsvoering. Het project 'Landbouw op Peil' werd in de provincies Gelderland, Overijssel en Drenthe gelanceerd door de waterschappen, provincies, ministerie van Economische Zaken, LTO-Noord en Landbouw & Innovatie. Een deel van het benodigde geld kwam vanuit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling. Ruim vier jaar lang, tussen 2011 en 2016, deden vijftien agrarische bedrijven mee aan het project, waaronder de VOF Lerink, gelegen in het Berkeldal in Eibergen.

Peilgestuurde drainage
Per bedrijf werd gekeken wat de beste maatregelen moesten zijn om toekomstige, schadelijke klimaateffecten te beperken. Ook bij de VOF Lerink werd een bedrijfsscan gedaan en gekeken naar de grondwaterstand, de bodemgesteldheid en de ligging van het perceel. Uiteindelijk werd gekozen voor zogenaamde peilgestuurde drainage. Dit is een onder water liggende buisdrainage in combinatie met boerenstuwen. De stuw reguleert het waterpeil van de sloot waarin de drainagebuizen uitkomen. De buizen liggen hoger in het water dan bij het oude drainagesysteem, waardoor de grondwaterstand hoger blijft. Deze combinatie moet een gelijkmatige grondwaterstand bevorderen en daarmee vernatting dan wel verdroging van de bodem tegengaan. Immers, het gebruikte type drainagebuis zorgt zowel voor de afvoer van water als voor de infiltratie ervan in de bodem. Voorwaarde voor een constante grondwaterstand is wel dat er voldoende aanvoer van water is, hetzij via neerslag, hetzij via oppervlaktewateraanvoer. Voor de aanvoer van oppervlaktewater in de eigen sloten is de VOF Lerink afhankelijk van de naastgelegen Berkel. Een tweede maatregel die werd geopperd, was het planten van alternatieve gewassen. In plaats van het Engelse raaigras werd rietzwenkgras geadviseerd. Deze grassoort wortelt dieper en profiteert daarmee eerder van de capillaire werking van het grondwater, dat wil zeggen het optrekken van het grondwater naar de oppervlakte.

Beheer Berkelstuw is knelpunt
Gedurende vier jaar is bij de VOF Lerink een perceel van 9,5 ha gemonitord. Daartegenover stond een referentieperceel dat nog het oude, dieperliggend drainagesysteem had. Vanuit het project was een kleiner stuk land begroot, maar eigenaar Gerton Lerink vond dat geen reële afspiegeling van de werkelijkheid. Dus trok hij de portemonnee en nam 80% van de totale kosten voor eigen rekening. Alleen de investeringskosten voor de boerenstuwen bedroegen al tussen de 1000 en 5000 euro per stuk en er zijn er vier geplaatst. Lerink had destijds de volgende verwachting van het project: "Voor ons zal echter de peilgestuurde drainage het meest ingrijpend zijn. Het waterschap zorgt ervoor dat we het water uit de sloot boven de stuw in het drainagesysteem kunnen laten stromen. De drainage dient vervolgens als watertoevoer in droge perioden. Theoretisch ziet deze peilgestuurde drainage er goed uit en we verwachten dat we hiermee het grondwater op het gewenste peil kunnen krijgen."

Achteraf is hij redelijk tevreden met de resultaten. Met name de zogenaamde natschade (schade door overvloedige neerslag) is beter beheersbaar. Maar de bottleneck zit in extremere afwijkingen van doorsneejaren, met name waar het droogte betreft. Het project ging uit van 'doe-'t-zelf-waterbeheer', zoals watergraaf Stefan Kuks van Vechtstromen destijds aangaf. "Elke agrariër mag zelf invulling geven aan het waterbeheer op perceelniveau." Dat wordt echter lastig als het probleem bij de bron zit: de Berkelstuw aan het begin van de watertoevoer. Deze mag niet door de VOF Lerink bediend worden. Door de aanhoudende droogte hield het waterschap de stuw dicht, waardoor het land verdroogde. Inmiddels is er overvloedig regen gevallen, maar is de stuw nog steeds gesloten. "Je ziet als ondernemer het water voorbijstromen richting de IJssel terwijl je er zelf niet aan kan komen. Om de droogte enigszins te bestrijden, is er een puls geslagen om het verpachte aardappelveld te beregenen. Extra kosten dus bovenop de toch al flinke investering. Het waterschap zou wat alerter mogen zijn en eerder reageren op signalen van de bedrijven", aldus Lerink. "Nu gaat het overtollige water wel de IJssel in, maar komt niet het gebied ten goede."
Betrokken partijen als waterschappen en EU zijn uitdrukkelijk gevraagd te reageren op het uiteindelijke effect van het project en de (gemeenschaps)kosten die ermee gemoeid waren. Ook de vraag waarom er geen vervolg gekomen is op het project, terwijl er nog geen heldere oplossing voor droge periodes is, lijkt gerechtvaardigd. Het grillige klimaat is tenslotte al langer bron van zorg. Overtollig water verdwijnt richting de IJssel, maar het afhouden van dit 'bronwater' dwingt boeren tot het maken van kosten die mogelijk (deels) te vermijden zijn.

Helaas hebben de betrokken instanties ervoor gekozen niet te reageren.