Burgemeester Joost van Oostrum. Foto: Rob Stevens

Burgemeester Joost van Oostrum. Foto: Rob Stevens

'Lockdown is niet bedoeld om er creatief mee om te gaan'

BERKELLAND - Vorige week kreeg Nederland voor de tweede keer met een lockdown te maken. Hans Boxem van de VVD stelde daarover in de raadsvergadering vragen tijdens het vragenhalfuur. Hij vroeg zich af of en hoe de gemeente ondernemers kan helpen deze moeilijke weken zo goed mogelijk door te komen.

Door Rob Stevens

Boxem: “Voorzitter, Nederland is sinds vanmorgen nul uur in lockdown. Niet-essentiële winkels zijn dicht. Enkele niet-essentiële winkels krijgen sinds vanmorgen toestemming om hun winkel zo in te richten dat voedingsmiddelen wel verkocht mogen kan worden. Anderen mogen open voor bestellingen en afhalen. In enkele gemeentes wordt toegestaan om waren op de stoep te verkopen. De VVD vindt dat mensen zo veel mogelijk thuis moeten blijven. Winkelen moet beperkt blijven. Vijf weken de deuren sluiten is voor veel winkeliers een hard gelag. Mijn vraag is of de portefeuillehouder overleg heeft gehad met ondernemersverenigingen om te kijken hoe zij zo goed mogelijk tegemoet kunnen worden gekomen. En of hij daartoe bereid is.”

Randjes
De portefeuillehouder, burgemeester Joost van Oostrum, gaf in zijn antwoord vooral aan wat volgens de landelijke richtlijnen wel en niet mag. Alleen die winkels mogen open die levensmiddelen verkopen, drogisterijartikelen en producten voor het onderhoud en de voeding van huisdieren.

'We staan
alleen toe wat
volgens de wet
mogelijk is'


Van Oostrum: "We zien vandaag dat heel veel bedrijven de randjes opzoeken van wat wel en niet mag. Ik vind dat geen goede ontwikkeling. De lockdown is ingezet om het aantal contacten zoveel mogelijk te beperken. Ik heb het voornemen regels zo strikt mogelijk te handhaven. Dat betekent dat er geen toestemming is winkels zo in te richten dat voedingsmiddelen wel mogen worden verkocht. De landelijke richtlijnen hierover zijn helder. Alleen die firma's mogen open die zeventig procent van hun omzet halen uit essentiële levensmiddelen. Je kunt je met recht afvragen of een tompouce in een warenhuis dat ook is. We staan alleen toe wat volgens de wet mogelijk is. Het is niet de bedoeling creatief de randjes op te zoeken, anders zijn we er over vijf weken nog niet van af. Maar ondernemers hebben het moeilijk, dus mijn antwoord op uw twee vragen is simpel: ja.”
Het antwoord was voor Boxem adequaat. Hij benadrukte dat zijn vraag zeker niet bedoeld was om de randjes op te zoeken van wat wel en niet kan. Naast de VVD stemden ook alle overige fracties in met het antwoord van Van Oostrum.