Joop en Ria Haarlink in de voortuin tussen de billboards en Joop met de messing beugelfles in zijn handen. Foto: Henri Walterbos

Joop en Ria Haarlink in de voortuin tussen de billboards en Joop met de messing beugelfles in zijn handen. Foto: Henri Walterbos

Joop Haarlink (66) met pensioen na halve eeuw Grolsch

'Ik vind het goed zo'

Door Henri Walterbos

VOOR-BELTRUM/GROENLO - Zijn voortuin aan de Koperslager herinnert met twee levensgrote billboards deze Hemelvaartsmiddag aan een dag eerder. Zijn laatste werkdag bij Grolsch, na 50 jaar trouwe dienst. Een unicum, alhoewel. “Er ging me al een collega voor, en dit jaar nog twee meer volgens mij. Eigenlijk is 24 juni de datum. Dan ben ik 66 jaar en 4 maanden, maar het pensioenfonds van Grolsch gaat de eerste van de maand in. De dagen tot aan 1 juni zijn ATV-dagen en snipperdagen.”

Kapotte brommer
Joop’s eerste werkdag was 10 mei 1971, de verjaardag van zijn vader. “Van oorsprong kom ik uit Voor-Beltrum en ging naar de Landbouwschool in Beltrum. Toen ik daar zakte voor mijn examen zeiden mijn ouders ‘jongen, goa moar an ’t wark.’ Heel toevallig kwam Jan Hofman, de man van mijn peettante, bij ons thuis. Die werkte bij de Grolsch en zei ‘bi-j Grolsch is nog wal wark.’ Na een sollicitatiegesprek met de heren Reith en Rootinck werd ik aangenomen. Dat was op een donderdag. Maandag kon ik al beginnen. Die dag vergeet ik nooit meer. Moest ik van Voor-Beltrum naar Groenlo, ging mijn brommer onderweg kapot. Kwam ik lopend met de brommer aan de hand de poort binnen. Collega’s maakten al grappen voordat ik binnen kwam,” lacht Joop.

Joop begon met functies aan de spoelmachine, de bliklijn en een poosje op de heftruck. “Mijn eerste weekloon kreeg ik nog in een bruin envelopje, 75 gulden of zo. Dat was heel wat in die tijd. In 1976 ging ik ‘dienst in’. Opleiding in Tilburg en een jaar in Seedorf (D) gezeten. In 1977 zwaaide ik af, ging terug naar Grolsch en kwam op de heftruck terecht, totdat Jan Analbers van de Evenementenservice me vroeg of ik chauffeur wilde worden bij de Evenementenservice.” Zijn papieren had hij al. “Een paar jaar later werd ik chauffeur aan de brouwerij zelf en moest ik met pallets bier en vaten rijden. De laatste 21 jaar op de tankwagen om tanks bij te vullen bij grote horecabedrijven of evenementen.” Lichamelijk minder zwaar belastend was dit zeker niet altijd volgens Joop. “Als je midden in Amsterdam staat, je hebt 60 meter slang bij je en je moet drie verdiepingen hoog, pff,” zucht Joop. “Gemiddeld was het goed te doen.”

Veel meegemaakt
Het chauffeursleven trok hem wel. “Je gaat de poort uit en bent vrij. Dat is tot op de laatste dag zo gebleven. Ik heb het altijd met enorm veel plezier gedaan. Heel Nederland door, maar ook op Duitsland gereden met halve liters en pijpjes. Naar Rammstein, Frankfurt, legerplaatsen waar Engelsen en Amerikanen zaten.” Joop maakte veel mee bij Grolsch. Een grote brand, de vuurwerkramp in Enschede, overnames door het Zuid-Afrikaanse SAB Miller en drie jaar geleden Asahi uit Japan en de sluiting en verhuizing van Grolsch uit Groenlo. “Het familiegevoel wat in Groenlo was, dat heb je nu absoluut niet meer. Nadat de familie De Groen weg ging werd dat anders. Met de mensen waar ik later mee werkte hadden we het altijd leuk onder elkaar. Daar moet je zelf zorg voor dragen. De sluiting en verhuizing was schrikken. Dat had ik niet verwacht. Dat was een hele klap, maar ik rolde er uiteindelijk vanzelf in. Daar ben ik op de tankwagen gekomen. Dat was twee dagen na de vuurwerkramp. We hadden hier in Groenlo die zaterdag net een rondrit met cliënten van De Lichtenvoorde. Reden we met vier vrachtwagens van Grolsch mee. Belden ze al op uit Enschede dat we de wagens niet terug hoefden brengen want er was geen ruimte meer. Alles lag plat. Je kon hier de rook zien.”

Mooie tijden
Zijn eerste ritje op de tankwagen naar Groningen, als bijrijder om te leren, zal hij nooit vergeten. “Dat was met Herman ter Beke. Stonden alle tankwagens vanwege de vuurwerkramp hier in Groenlo, waar ze ook gevuld moesten worden, leeg en vol door elkaar heen. Zegt Herman onderweg ‘ik mark iets an den auto moar ik wet neet wat.’ Komen we bij de klant in Groningen, slang er aan, 100 liter er uit en pof, afgelopen. Waren we met een lege tankwagen naar Groningen gereden.” Joop maakte ook deel uit van de Grolsch bedrijfsbrandweer het bedrijf nog in Groenlo gevestigd was. De branden maakte hij niet mee. “De eerste grote brand was ik nog niet in dienst en de tweede brand zat ik in militaire dienst. Ontzettend gelachen met het oefenen, en veel nablussen natuurlijk,” lacht Joop met het bekende kiepgebaar. “Heel veel feesten gehad ook. Met Sinterklaas was leuk. De kinderen zaten voor Sinterklaas ‘en de kearls moar zoepen natuurlijk'. Dat ging zo mooi. Ton ten Brinke, onze collega, die Sinterklaas was. Op een gegeven moment werd gezegd dat als Sinterklaas binnen zou komen er niet meer gedronken mocht worden. Wij natuurlijk bakken bier onder tafel zetten. Was Sinterklaas binnen hoorde je uit alle hoeken; plop, plop, plop. Geweldig, wat een lachen!”

Beugelfles in messing
Op de kast tussen de vele gelukwenskaarten staat een beugelfles in messing op een plankje. "Heb ik deze week gekregen. Loeizwaar. Die krijgt een ereplaatsje. Hier zit een emotionele waarde aan. Deze krijgen alleen medewerkers die 50 jaar in dienst zijn.” Vanwege corona was zijn afscheid niet zoals gewenst, maar toch houdt Joop er een goed gevoel aan over. "Met corona toch anders, maar toch schitterend. Is veel moeite voor gedaan. Maandag zijn ze hier geweest. Zat ik in de kamer, komen er twee tankwagens aan. Hadden we buiten een gezellig samenzijn, kreeg ik die beugelfles en cadeaus. De laatste werkdag was ook bijzonder. De vrachtwagen versierd, cabine vol ballonnen. Had ik een ritje Hengelo, Enschede, Losser, Silvolde.


Lees verder op pagina 7


Belden ze me op dat ik niet voor vier uur terug mocht zijn. Kom ik terug bij Grolsch staan ze daar allemaal te zwaaien en te klappen, anderhalve meter uit elkaar, lampen en zwaailichten aan. Dan wordt 't oe wal nat in de ogen heur", bekent Joop, met wederom natte ogen.

Zwarte gat?
Bang voor het zwarte gat is hij niet. “Ik ga het eerst een half jaar aanzien. Mijn zoon is vrachtwagenchauffeur. Ga ik misschien wel een keer met hem mee.” Ook is Joop al gevraagd om zijn nachtdiensten tijdens de Zwarte Cross in september te draaien zoals hij al jaren deed. “Bij de Zwarte Cross had ik nachtdienst. Kwamen wagens van Enschede, moest ik omruilen. Lege tanks meenemen, vollen neerzetten. Ging ik met de fiets naar toe. ‘Noa afloop een paar drinken, en weer op hoes op an. Dat bunt de enigste dage dat ik met de fietste noar ‘t wark hen kon.’ Ze hebben me al weer gevraagd of ik dat dit jaar ook weer wil doen. Prima.”

Overlijden dochter
Mooie verhalen, mooie tijden. “Maar we hebben ook slechte jaren gehad. Dat mag ook vermeld worden,” vindt Joop. Echtgenote Ria knikt instemmend. “We hebben onze dochter Bianca zeven jaar geleden verloren. Zij had anorexia, was 33 jaar. Op dag dat alle slachtoffers van de MH17 in Nederland arriveerden in kisten, overleed onze dochter op een kamertje bij GGNET in Warnsveld, een soort hospice. Het was net 5 minuten 24 juni 2014. Zijn we 18 jaar mee bezig geweest. Een hele nare ziekte. Dat gun je niemand. Ze is ooit enkele maanden naar Zuid-Afrika geweest. Zo mooi was ze toen,” wijst Ria naar de foto op de kast naast de urn waar haar in as in bewaard wordt. “We hebben alles geprobeerd wat binnen onze macht lag om haar te behouden. Ze woonde de laatste jaren in Apeldoorn en Voorst. We hebben nog één grote wens. Ze heeft in Zuid-Afrika de mooiste tijd van haar leven gehad, zei ze altijd. Willen we haar as daar nog een keer naar toebrengen met zijn vieren. Naar Kaapstad, de Tafelberg. Wij en onze zoon en zijn vrouw. Dat kost nogal veel geld. Daar zijn we voor aan het sparen, maar dan is de cirkel rond. Ook dit hoort bij mijn 50 jaar Grolsch. In een hanger dragen we een beetje as van haar mee.” Vanuit Grolsch kreeg Joop alle tijd en rust ten tijde van haar overlijden. “Toen ik op de brouwerij vertelde dat het ‘op een ende leep’ kreeg ik alle vrijheid. ‘Kom je, is het goed, kom je niet is het ook goed.’ Ik ben een paar weken thuis geweest. Het heeft me geen snipperdag gekost. Zelfs de allergrootste baas belde me nog. Dat was heel fijn.”

Receptie en feest
De grote receptie en het feest heeft Joop nog te goed. “In oktober waarschijnlijk, als dat weer mag tenminste.” Hij ziet uit naar zijn arbeidsloze leven. “Als je ziet wat er om je heen gebeurt, mensen die wegvallen, ziek zijn. Ik vind het goed zo. Een ritje naar vaste klanten in de Achterhoek krijg ik nog. Hendriksen Doetinchem, Marveld en Den Elshof, waar altijd een blikje drinken met een reep Mars of zo klaar lag als de kantine dicht was, briefje er op ‘voor de tankwagenchauffeur'. Ook op Marveld heb ik het goed gehad. Dat is in het westen wal anders.”

Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding