Marty Herlaar bekijkt haar logboekje. Foto: Rob Stevens
Marty Herlaar bekijkt haar logboekje. Foto: Rob Stevens

Marty Herlaar uit Eibergen 25 jaar vrijwilliger

Algemeen

Zorg voor mensen in hun laatste levensfase

Door Rob Stevens 

EIBERGEN - Marty Herlaar uit Eibergen is vrijdag 16 september in het zonnetje gezet omdat ze zich al vijfentwintig jaar inzet als vrijwilliger in de zorg voor mensen in hun laatste levensfase. In het Muldershuis krijgt ze daarom van Hospicegroep De Lelie een lunch aangeboden, samen met haar vriend, kinderen, collega’s, bestuur en coördinatoren.

Marty was altijd bang voor de dood. Het bezoek aan een stervende vriendin in het ziekenhuis in Winterswijk veranderde dat. De man van de vriendin vroeg of Marty bij zijn vrouw wilde blijven. De vriendin stierf in haar bijzijn. Ze herinnert zich nog dat de vogeltjes buiten floten en dat het sterven vooral rustig en waardig was. Sindsdien is haar angst voorbij. Niet lang daarna kwam ze in de sporthal bij een kraam van de Vrijwillige Palliatieve Terminale Zorg in contact met vrijwilligerswerk in de stervensbegeleiding. Dat is nu dus vijfentwintig jaar geleden.

Hospicegroep De Lelie biedt terminale zorg aan huis of in het hospice in Winterswijk. Vrijwilligers als Marty Herlaar hebben een aanvullende rol in de zorg of de verpleging. Zij kunnen zieken en hun naasten ondersteunen en ontlasten. Marty heeft in die vijfentwintig jaar veel zien veranderen.

Marty (77) haalt aan de keukentafel een schriftje tevoorschijn. Daarin staan van het begin af aan de data, tijden en namen van mensen die ze al die jaren in hun laatste fase heeft bijgestaan. Al bladerend komen bij elke naam weer herinneringen boven. Herlaar: “Het zijn heel verschillende ervaringen. Soms fijn en mooi, maar soms ook minder fijn. Maar na al die jaren overheerst toch de gedachte dat mensen vooral blij zijn met je. En dat is mooi. Ik heb ook veel in sportbesturen gezeten en daar is toch ook wel veel onderling commentaar. In de terminale zorg waarderen mensen je zorg, je krijgt er heel veel voor terug.”

Er verschijnt een glimlach om haar mond als ze een naam ziet. Marty: “De eerste keer verstond ik die man nauwelijks. Hij had zijn gebit niet in en sprak zwaar dialect. Maar zijn vrouw had voor mij, naast het bed van haar man op de grond, een bed voor me opgemaakt met een elektrische deken. Dat heb ik nooit meer mee gemaakt.” Verder bladerend in het schriftje: “Och ja, met die man uit Borculo heb ik hele nachten geklaverjast. Hij won altijd van me en viel dan in slaap. De puntentelling hield hij altijd heel precies bij. Maar als ik dan eens een keer won maakte ik hem gewoon wakker en zei dan: ‘Opschrijven, nu heb ik gewonnen!’”

“Och, dit was me ook wat. Toen moest ik hartje winter, het vroor dat het kraakte, midden in de nacht naar een uitgestorven camping in Groenlo. Het enige dat ik had door gekregen dat was dat ik bij een hertenkop als kersverlichting moest zijn. Toen ik er kwam lag de man in coma. Eer sprong een grote herdershond op me die ik maar moeilijk van me af kon krijgen. De man stierf en ik kon de vrouw alleen met de grootst mogelijke moeite zover krijgen haar kinderen te bellen. Uiteindelijk kwamen die toch en ontstond meteen een grote onderlinge ruzie. Ik heb toen koffie gezet en ben maar weggegaan. Dat soort dingen maak je ook mee.”

Marty vertelt dat het vrijwilligerswerk wel sterk is veranderd. “In het allereerste begin waren vrijwilligers veel langer en intensiever bij de zorg betrokken. Zorg aan huis door vrijwilligers wordt tegenwoordig pas in het allerlaatste stadium ingeroepen. De duur van de zorg en intensiteit is daardoor veel minder geworden. Dat komt omdat de thuiszorg enorm is geprofessionaliseerd. De thuiszorg komt een aantal keren per dag langs. Er zijn nachtdiensten. En er is een ‘rijdend team thuiszorg’ dat altijd gebeld kan worden voor acute ondersteuning. Daar kunnen de vrijwilligers ook een beroep op doen.”

‘Maar na al die
jaren overheerst
toch de gedachte
dat mensen
vooral blij zijn
met je’

Haar jubileum had Marty eigenlijk al op 1 mei. Door de coronasituatie werd het feest uitgesteld. Het werd dus september. Maar begin mei kreeg ze al wel thuis een grote bos bloemen van de coördinator van Hospicegroep De Lelie overhandigd.

Belangstellenden die vrijwilliger willen worden kunnen contact opnemen met de coördinatoren van Hospicegroep De Lelie. Elke eerste zaterdag van de maand staan de deuren open voor belangstellenden. Coördinatoren en vrijwilligers vertellen er dan graag over hun werk.