Corsocultuur officieel op internationale Unesco lijst

LICHTENVOORDE - De vlag kan uit in Lichtenvoorde en de andere 20 dorpen in Nederland waar een groot corso wordt gehouden. De corsocultuur staat nu officieel vermeld op de Internationale Representatieve Lijst van Immaterieel Erfgoed van de Mensheid. Immaterieel erfgoed is levend erfgoed waarbij het gaat om sociale gewoonten, voorstellingen, rituelen, tradities, uitdrukkingen en bijzondere kennis of vaardigheden die gemeenschappen en groepen erkennen als een vorm van cultureel erfgoed. Een belangrijk kenmerk daarbij is dat het wordt overgedragen van generatie op generatie.

Door Kyra Broshuis

De bijschrijving van de corsocultuur op de lijst is de tweede inschrijving voor Nederland dit jaar. Eerder werd de ‘Week van de Valkerij’ bijgeschreven. Nederland heeft de corsocultuur voorgedragen namens 21 bloemen- en fruitcorso’s. Het corso wordt door Unesco als volgt omschreven: ‘Een corso is veel meer dan alleen een optocht. Het bouwen van de corsowagen en alles wat daarbij komt kijken, is een sociaal en creatief proces waar de hele gemeenschap gedurende een groot deel van het jaar mee bezig is. Jong en oud, man en vrouw werken samen, kinderen en jongeren worden intensief bij het corso betrokken, en de cultuur wordt overgedragen van generatie op generatie. Daarmee leveren de corso’s een grote bijdrage aan de sociale cohesie van hun gemeenschap.’ Er staan 549 immateriële erfgoederen op de Unesco-lijst.

Bloemencorso Rekken en Festunique
De benoeming is niet alleen belangrijk voor het Lichtenvoordse en het Winterswijkse corso maar ook voor het Bloemencorso Rekken en Festunique Bloemencorso Beltrum. Eerder al, in 2013, werd het Volksfeest Winterswijk en het Bloemencorso Lichtenvoorde opgenomen in de Inventaris Immaterieel Erfgoed Nederland. De corsocultuur is de tweede echt Nederlandse traditie op de lijst. Het ‘Ambacht van de Molenaar’ werd als eerste Nederlandse traditie bijgeschreven.