Henny Manuel met stoel en bureau uit de voormalige Needse Nico ter Kuile textielfabriek. Foto: Rob Weeber
Henny Manuel met stoel en bureau uit de voormalige Needse Nico ter Kuile textielfabriek. Foto: Rob Weeber

Herinnering aan textiel in Neede

Algemeen

NEEDE - Als je goed speurt, dan kan het niet anders dan dat je inwoners van Neede tegenkomt die nog herinneringen aan het textielverleden van Neede hebben. Een ervan is Henny Manuel (64) van het gelijknamige autobedrijf.

Door Rob Weeber

Hoewel Henny nooit in de textiel gewerkt heeft, mocht hij als jongen van 12 jaar met broer Willy met vader mee op de vrachtwagen. Vader Manuel was chauffeur bij de firma Wesselink en vervoerde de spoelen met garens die vanuit de fabriek van Nico Ter Kuile aan De Rapenburg naar Enschede werden vervoerd. “We zaten achterop de wagen tussen die enorme spoelen met garen van wel 1,5 meter doorsnee. Dat kon in die tijd, de wagen reed niet zo hard”, aldus Manuel. “In de Boschstraat, waar we woonden, was ook een ondernemer die de metalen pijpjes onderhield die op de weefgetouwen zaten. Daar werd het garen op gesponnen. Die pijpjes moesten we regelmatig glad schuren en opnieuw lakken.”
In 1979 kochten de gebroeders grond voor hun autobedrijf op het huidige industrieterrein aan de Parallelweg. “Die grond kostte toen 20 gulden per m2. Bureaus en stoelen waren afkomstig van de textielfabriek Nico ter Kuile. Ik zit nog aan die stalen bureaus.”

Echtpaar Hollaender
Een ander verhaal waar hij mee begaan is, is dat van het Duitse echtpaar Hollaender van de ‘Apeldoornsche Messenfabriek N.V. Haagse Import Mij. Olanda’, later Amefa, die in 1931 door Eugen Hollaender werd opgezet als concurrent van de Duitse fabriek Solingen. In 1944 betrok men een filiaal in Neede in het pand van de in 1943 failliet gegane N.V. Textielfabriek Neede van Chr. Soeters, die het pand in 1913 had laten bouwen. Bij Amefa werden onder andere scheermesje van het merk ‘Nationaal’ gemaakt en bestek. “De heer Eugen en mevrouw Hermine Hollaender-Gelder verrichtten nobele daden in de oorlog, een beetje te vergelijken met het thema van de film ‘Schindler’s list’. Ook zij hielpen onderduikers en haalden arbeiders voor hun eigen fabriek in Apeldoorn uit Kamp Rees en andere plaatsen in Duitsland.” Manuel baseert zich op het verhaal uit het boek ‘De verzwegen deportatie’, waarin het verhaal van het echtpaar Hollaender is opgenomen.