Arie Koster bij een rietkraag langs de Vordense Beek. “Riet is belangrijk voor bijen, ze nestelen erin.” Foto: Sander Grootendorst
Arie Koster bij een rietkraag langs de Vordense Beek. “Riet is belangrijk voor bijen, ze nestelen erin.” Foto: Sander Grootendorst

Ambassadeur van bijen en van mensen

KRANENBURG/GEESTEREN - Bij vrijwel iedereen die iets met wilde bijen heeft, is zijn naam bekend, en anders wel zijn websites: Arie Koster. Een klein jaar geleden streek hij met zijn vrouw neer in Kranenburg. 

Door Sander Grootendorst

Arie Koster stalt zijn fiets bij De Herberg in Vorden en wandelt het terras op. Hij is 76, gepensioneerd, maar daarom niet minder gepassioneerd. Hij zit nog maar net of hij steekt van wal. Met ongekende bevlogenheid. “Die websites, ja, die blijf ik bijwerken. Je kunt nu het gebied waar je woont aanklikken om te zien welke bijen er voorkomen en daarna doorklikken naar informatie over een bepaalde soort.”

Zijn grote kennis van de natuur in het algemeen en wilde bijen in het bijzonder bouwde hij op van kinds af aan. Als hij later groot was, wilde hij tuinarchitect worden. Van een leien dakje ging dat niet. “Ik ben drie keer blijven zitten, ging op m’n veertiende van de lagere school. Ik was niet de makkelijkste…” Hij voltooide de hoveniersopleiding, maar belandde – om een lang verhaal kort te maken – via de sociale academie in het vormingswerk. Onderweg deed hij een cursus filosofie en psychologie. Zijn hart ligt bij de natuur én bij de mensen. Bij discussies over biodiversiteit is dat menselijke aspect voor hem essentieel. “Wie alle uitheemse planten weg wil hebben, gaat voorbij aan de betekenis die een tuin voor mensen heeft.”

Hoewel het in het algemeen slecht gaat met de natuur – veertig jaar geleden attendeerde Koster er al op – is het ook weer niet zo zwart-wit als menig natuurbeschermer wil doen geloven. “Ook in maïs heb ik bijzondere insectensoorten gezien.” Op de sociale academie leerde hij “heel anders naar mensen kijken”. “Het gaat erom wat iedereen zelf wil en kan. Kom bij mij niet aanzetten met vooropgezette doelstellingen. Veel mensen zitten in de put; daar kun je ze vaak uit optillen. Maar niet door af en toe een bezoekje van een maatschappelijk werker.” 

Langs het spoor
Het vormingswerk liet hij na acht jaar achter zich en hij werd, alsnog, bioloog. “Niet zo’n wetenschapper die insecten vangt, ze op naam brengt en in een la bewaart. Tegen hen zei ik: je kunt net zo goed postzegels verzamelen. Ik wilde ook geen knechtje van een hoogleraar zijn, er moest op onderzoeksgebied gewoon veel gebeuren en daar wilde ik mee aan de slag.” Belangrijk thema: de relatie tussen verstedelijking en natuur. “Nederland was bezig een stad te worden. Je zag overal hoezeer het landschap verarmde.” Waar was überhaupt nog een rijkdom aan planten en bijen aanwezig? Langs het spoor, ontdekte hij. “Met de trein rijd je eigenlijk door één groot natuurreservaat.” Zijn onderzoek spitste zich vervolgens toe op spoorwegemplacementen. Het rapport dat hij hierover opstelde, werd in vijfduizend exemplaren gedrukt. Gemeenten en andere instanties konden op basis ervan maatregelen nemen om de biodiversiteit te versterken.

Bij de Dorschkamp in Wageningen werkte hij als stadsecoloog. Hij verdiepte zich in de zogenoemde omgevingspsychologie, in het belang van ‘groen’ voor mensen. Zijn ideeën oogstten weinig animo, er werd vooral “gezeurd over bezuinigingen”. “Toen ben ik aantekeningen en foto’s gaan maken van wat ik in verschillende steden aan natuur aantrof.” Dat leidde tot de uitgave van een boek bij het jubileum van een hoveniersvereniging. Het onderwerp paste naadloos in het Europees Natuurbeschermingsjaar (1995). Koster werd daarvan de officiële ambassadeur. Zoals zijn geliefde bijen de ambassadeur zijn van de natuur, van de samenhang tussen plant en dier. “Het eerste exemplaar is aangeboden aan premier Kok en minister van landbouw Van Aartsen. Het boek was een enorme topper.”

Zes jaar later promoveerde Koster aan de universiteit op onderzoek naar de ecologie van bijen. “Wat ik zelf te weten kwam over bijen heb ik altijd met anderen willen delen.” 

Lector
En na zijn pensioen… ging hij gewoon door. Onder meer als lector bijenbeheer aan het Wellantcollege in Houten, waar hij zijn niet-aflatende enthousiasme overbrengt op jongeren. Tegen zijn leerlingen zegt hij: “Veel mensen willen iets doen voor de biodiversiteit. Maar zonder jullie komt daar niets van terecht.”

Ook blijft Koster boeken schrijven. Hij legt een kloek exemplaar op tafel: Plantenvademecum. Rijkelijk voorzien van foto's. Op welke planten komen welke bijensoorten af? Het motto: ‘Verbeter de wereld, begin bij je tuin.' Nu de coronamaatregelen voorbij zijn, wordt hij weer gevraagd voor lezingen. Waartoe hij sinds kort dus het land afreist vanuit Kranenburg. "Ik kom uit Schiedam, mijn vrouw uit Sneek, we woonden in Veenendaal. Dat is door de vele nieuwbouw een lelijke, ongezellige stad geworden. Toen ik mijn onderzoek naar spooremplacementen deed, ben ik op elk station uitgestapt om rond te kijken. Ik herinnerde me Vorden. Rivier en bos vlak in de buurt. Toen mijn vrouw zag dat er een huisje vrij kwam in Kranenburg, hebben we toegehapt. Dan hoor je zeggen: Je kiest op jouw leeftijd zeker voor een appartement. Maar daar zijn we nog helemaal niet aan toe. Mijn idee is: als je geen toekomstplannen hebt, ben je dood.” En Arie Koster heeft nog heel veel plannen.

Lezing in Geesteren
Arie Koster houdt op 22 maart in De Melktap aan de Nettelhorsterweg in Geesteren een lezing over biodiversiteit in tuinen. Aanvang 19.30. Entree 4 euro. Organisatie: IVN Noord-Midden Achterhoek. Ook toegankelijk voor niet-leden.


bijenhelpdesk.nl

denederlandsebijen.nl