Bert-Jan Dierink met het aardewerk bordje van de stormramp Achterhoek 1927.  Foto: Rob Weeber
Bert-Jan Dierink met het aardewerk bordje van de stormramp Achterhoek 1927.  Foto: Rob Weeber

Bijzonder aandenken aan de Stormramp van 1927

Algemeen

BORCULO - Diepenheimer Bert-Jan Dierink heeft een bijzonder aandenken aan de Stormramp in Borculo in zijn bezit: een aardewerken bordje, gemaakt in Gouda.

Door Rob Weeber

Een enkeling binnen de gemeente zal zich de stormramp van 1 juni 1927 in Borculo nog wel herinneren, de F4-tornado die grote vernielingen aanrichtte aan het spooremplacement en de naastgelegen textielfabriek van Ter Weeme. Ook werden 14 gemeentewoningen uit 1925 langs de Haaksbergseweg, Meijersweg en de Assinkdrijfweg verwoest. De ramp veroorzaakte zo'n 1,8 miljoen gulden schade en kreeg landelijke bekendheid. Door het gehele land werden steunbetuigingsacties opgezet. Zo ook in Baarn, waar op de Landdag van de Bijzonder Vrijwillige Landstorm op 11 juni 1927 een inzamelingsactie werd gehouden. Onder meer werd een aardewerk bordje verkocht.

De Landstormwet uit 1913 maakte de komst van de Landstorm mogelijk, een reserveonderdeel voor leger en brandweer. Het betrof vrijgestelden van dienstplicht en landweerplichtigen tot 40 jaar die al eerder gediend hadden. De Vrijwillige Landstorm was een mobilisatie-instituut en viel onder het gemobiliseerde Nederlandse leger. De Bijzonder Vrijwillige Landstorm daarentegen is een burgerinitiatief. Het werd enkele dagen na de Eerste Wereldoorlog opgericht als beschermer van Nederland tegen het dreigende 'rode gevaar', het communisme. De socialist Troelstra zinspeelde op een communistische revolutie. Vrijwillige burgers wilden het wettig gezag ondersteunen in geval het tot een revolutie kwam. Naast een landelijke Landstormcommissie werden er ook gewestelijke opgezet. De bijeenkomst van de B.V.L. in Baarn behoorde tot het gewest Nieuwe Hollandse Waterlinie.

Het aardewerk bordje uit de Platteel Bakkerij 'Zuid-Holland' in Gouda is in handen van Diepenheimer Bert-Jan Dierink. Hij is verzamelaar van Nederlandse militaria tot en met 1940. "Het begon ooit met het oorlogszakboekje van mijn opa. Hij werd afgekeurd voor het Garderegiment Grenadiers en Jagers en kwam toen op 21 november 1939 in Hoorn terecht. Op 26 maart 1940 vertrok hij naar Leersum, naar het 11e Regiment Infanterie, waar hij werd ingezet voor de sluisbewaking bij Wijk bij Duurstede. Op 10 mei 1940 werd hij afgelost en niet veel later vielen de Duitsers ons land binnen. Ik verzamel ook uniformen uit de mobilisatietijd. Een ervan is van een grootmajoor van de Vrijwillige Landstorm, majoor Van Loo. Hij was ten tijde van de mobilisatie in Haarlem gelegerd. Er bestaat nog een Polygoonfilmpje van hem waarop hij de taart aansnijdt die de gemobiliseerde soldaten uit naam van hun moeders op Moederdag hebben gekregen. Door het gebrek aan verlof, werd besloten de rollen een keer om te draaien. Alle uniformen zijn officiersuniformen. De uniformen van de manschappen zijn zeer zeldzaam en prijzig. Dat komt omdat de Duitsers ze gevorderd hebben, zwart geverfd en gebruikt voor de verplichte Arbeitseinsatz."

Zijn laatste aanwinst is een schaatsmedaille, uitgereikt aan P. de Bruin. De Bruin, behorende tot de manschappen van het 1e Legerkorps, won de schaatswedstrijd die op 5 januari 1940 op de Haagsche IJsclub aan het Bezuidenhout in Den Haag werd verreden. Geïnteresseerden in het thema Nederlandse militaria tot en met 1940 kunnen met Bert-Jan contact leggen via: 06-16493412.

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant